Valt een friet- of viskraam onder het Activiteitenbesluit?
Vraag
Valt een friet- of viskraam onder het Activiteitenbesluit?
Antwoord
Een friet- of viskraam kan, afhankelijk van de specifieke situatie, een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zijn.
Als het een inrichting is, dan zal de kraam als type B bedrijf onder het Activiteitenbesluit vallen. De kraam moet dan bijvoorbeeld voldoen aan de voorschriften voor voedingsmiddelen bereiden. Om te beoordelen of een mobiele friet- of viskraam onder het Activiteitenbesluit kan vallen, moeten we dus eerst per situatie bekijken of de kraam een inrichting op grond van de Wet milieubeheer is.
Binnen een zekere begrenzing
Als inrichting in de zin van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer wordt aangemerkt een activiteit die onder meer met enige regelmaat wordt uitgevoerd binnen een zekere begrenzing.
De vraag is of hiervan wel sprake is nu het gaat om een mobiele friet- of viskraam. Kenmerk van een mobiele kraam is namelijk dat zij niet locatiegebonden is. Maar als die kraam gedurende een zekere tijd een vaste standplaats heeft en daar met een zekere regelmaat wordt opgesteld en in werking gebracht, kan er toch sprake zijn van een inrichting.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft hier een aantal maal haar mening over gegeven.
Een mobiele kraam waar patates frites of vis voor directe consumptie wordt verkocht, en die op enkele vastgestelde dagen per week op dezelfde plek aanwezig is, kan namelijk volgens enkele uitspraken te beschouwen zijn als een inrichting (- KB 8-9-1954 : patat - fritesbakkerij met fornuis: elk zomerseizoen op vaste standplaats - AgRvS 1-8-1990, nr. G05.87.0901 (Gst. 1991, 6919, nr 11 met noot L Bomhof: Verkoopwagen voor gebakken vis met vaste standplaats die gedurende enkele dagen per week in bedrijf is).
Maar dit maakt nog niet elke marktkraam een inrichting. Eén van de criteria voor het begrip inrichting is "binnen een zekere begrenzing". Hiervoor is bij activiteiten op de openbare weg een exclusieve aanspraak op een stukje grond nodig (Vz ABRvS 16 oktober 2001, AB 2002, 37). Het is nog een openstaande vraag of dat bij een markt waar de kraam maar één dag per week staat het geval is.
Ook heeft de Raad van State zich nog niet uitgesproken over de vraag of een mobiele kraam die elke dag van de week op een andere locatie staat, zoals bij veel marktkramen het geval is, als een inrichting kan worden aangemerkt. Het is de vraag of men dan nog kan spreken van "binnen een zekere begrenzing" bij een bedrijf dat elke dag op een andere locatie staat. De Raad van State moet zich hier nog over uitspreken.
Categorie Bijlage I Besluit omgevingsrecht
Verder dient ook een categorie uit Bijlage I van het Bor van toepassing te zijn voordat gesproken kan worden van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.
Bijlage I Bor, categorie 9 en mogelijk categorie 18 zijn van toepassing op een friet- of viskraam:
- Categorie 9, onderdeel 9.1.a betreft een inrichting voor het vervaardigen, bewerken, verwerken opslaan of overslaan van vlees of vleeswaren.
- Categorie 9, onderdeel 9.1.b betreft een inrichting voor het bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van vis, weekdieren, schaaldieren of producten die bij de bewerking of verwerking daarvan vrijkomen.
- Categorie 9, onderdeel 9.1.d betreft het vervaardigen, bewerken of verwerken van voedingsmiddelen, genotmiddelen of grondstoffen daarvoor;
- Categorie, onderdeel 18.1 gaat om hotels, restaurants, pensions, cafés, cafetaria's, snackbars en discotheken, alsmede aanverwante inrichtingen waar tegen vergoeding logies worden verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt.
Het is dus mogelijk dat een mobiele friet- of viskraam ook een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer is. Dit zal per geval door het bevoegd gezag gemotiveerd moeten worden.
Als de kraam wél een inrichting is, dan zal deze als type B bedrijf onder het Activiteitenbesluit vallen. De kraam moet dan bijvoorbeeld voldoen aan de voorschriften voor voedingsmiddelen bereiden.