Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
Er bestaan nu diverse lijsten met stoffen die een ernstig risico voor de volksgezondheid vormen wanneer zij in het milieu terechtkomen. Deze lijsten vloeien voort uit Europese verplichtingen en internationale afspraken, zoals de GHS-Verordening, de POP-Verordening, de REACH-Verordening, de Kaderrichtlijn Water en het OSPAR-Verdrag (op 22 september 1992 te Parijs tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noodoos-telijk deel van de Atlantische Oceaan (Trb. 1993, 16)). De verscheidenheid aan lijsten geeft veel onduidelijkheid. Het RiVM heeft deze lijsten samengevoegd in de verzameling Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).
Denk bij ZZS aan stofeigenschappen als:
- giftig bij lage concentraties
- hopen op in het milieu
- niet of zeer moeilijk afbreekbaar
- kankerverwekkend
- het veroorzaken van erfelijke schade of schadelijk voor de voortplanting
Deze eigenschappen vormen de argumenten om er naar te streven ZZS uit de leefomgeving te weren. De staatssecretaris heeft hierover een brief (pdf, 241 kB) aan de Tweede Kamer gestuurd. Voor emissies naar water is het Nederlandse beleid (pdf, 163 kB) voor de praktijk verder uitgewerkt in het document 'Aanpak van ZZS in afvalwater'.
Het beleid voor ZZS is niet nieuw, deze aanpak betreft vooral een actualisatie van bestaand beleid voor deze stoffen. De terminologie is actueel gemaakt en aangepast aan europese richtlijnen. Met deze aanpak is getracht een duidelijker overzicht te maken. Betrokken partijen weten daarom beter wat te doen.
Het ZZS-beleid bij de beoordeling van puntlozingen is verder verankerd in de volgende documenten die gebruikt worden bij procedures voor vergunningen en algemene regels:
-
De Algemene Beoordelings-Methodiek (ABM)
De aanpak
De aanpak van ZZS om aan het beleidsdoel te voldoen bestaat uit drie stappen:
Tijdens het doorlopen van de stappen bronaanpak en minimalisatie geldt dat men bij de te nemen maatregelen telkens gebruik moet maken van de Beste Beschikbare Technieken (BBT). De BBT-conclusies beschrijven welke technieken tot BBT worden gerekend. Hierbij wordt ook gekeken of de technieken haalbaar en betaalbaar zijn in die bedrijfstak. Om ervoor te zorgen dat men aan BBT blijft voldoen en de uitstoot van ZZS op termijn verder vermindert, is de stap om continu te verbeteren toegevoegd. Deze aanpak laat ruimte voor innovatieve alternatieven. Er zit dan ook een duidelijke realiteitsfactor in.
Bij bronaanpak gaat het om het voorkomen dat bepaalde stoffen via afvalwater in het oppervlaktewater worden geloosd. Bij minimalisatie wordt beoordeeld in welke mate zuivering voorafgaand aan de lozing noodzakelijk is. Bij continu verbeteren draait het om innovatie van technieken en methodes die bij bronaanpak en minimalisatie kunnen worden toegepast.
Deze aanpak is hieronder schematisch weergegeven.
De totstandkoming van de huidige beleidsuitwerking is nadrukkelijk afgestemd met:
- de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW)
- de Unie Van Waterschappen (UVW)
- de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten))
- het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)