Gemeentelijke verordening
Geluid speelt voornamelijk een rol op lokaal niveau. Daarom biedt het Activiteitenbesluit mogelijkheden waarmee gemeenten de akoestische normen aan kunnen passen aan wat lokaal wenselijk is. Dit kan via het instrument gemeentelijke verordening. Het Activiteitenbesluit biedt voor de volgende activiteiten en gebieden de mogelijkheid voor regels in de gemeentelijke verordening:
- Festiviteiten
- Traditioneel schieten
- Onversterkte muziek
- Gebieden met horeca / detailhandel- en ambachtsbedrijven
- Gebieden met agrarische inrichtingen
Artikel 2.19 maakt het mogelijk voor meer gebieden in de gemeente andere normen te stellen. Dit artikel is nog niet in werking getreden.
Festiviteiten (art. 2.21)
Bij het vieren van collectieve en individuele festiviteiten kan een gemeente bij gemeentelijke verordening vaststellen dat tijdens bepaalde perioden de geluidsvoorschriften niet gelden. In de verordening kunnen ook voorwaarden worden opgenomen ter voorkoming of beperking van geluidhinder. Het aantal keren dat een inrichting een individuele festiviteit mag organiseren moet in een gemeentelijke verordening worden vastgelegd en mag niet meer dan 12 per jaar bedragen. Het aantal kan verschillen per gebied of categorie van inrichtingen. Het kan voorkomen dat er meer dan 12 keer per jaar ontheffing wordt verleend van de geluidsvoorschriften. Dit is afhankelijk van het aantal collectieve festiviteiten die door de gemeente worden aangewezen
Zie ook:
Traditioneel schieten (art. 2.18 lid 5)
In het Activiteitenbesluit is in art. 2.18 lid 1 onder g, het traditioneel schieten, tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld, uitgezonderd van toetsing aan grenswaarden. Bij gemeentelijke verordening kunnen, voor het voorkomen van geluidhinder, voor traditioneel schieten (door schutterijen of schuttersgilden schieten met buksen ofwel geweren vanaf een vaste standplaats op een stilstaand doel in de buitenlucht) regels worden gesteld.
Onversterkte muziek (art. 2.18 lid 5)
In het Activiteitenbesluit is in art. 2.18 lid 1 onder f het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld uitgezonderd van toetsing aan grenswaarden. In art. 2.18 lid 5 is de bevoegdheid opgenomen bij gemeentelijke verordening voor het voorkomen van geluidhinder regels te stellen over het ten gehore brengen van onversterkte muziek.
De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) heeft hiervoor in samenwerking met de Milieudienst Midden-Holland de model-APV aangepast.
Gebieden met horeca/detailhandel en ambachtsbedrijven (art. 2.19a)
De gemeente kan voor horecaconcentratiegebieden en concentratiegebieden voor detailhandel en ambachtsbedrijven, binnen wettelijke grenzen geluidsniveaus nader bepalen. Bij de aanwijzing van een gebied dient rekening te worden gehouden met de consequenties van een dergelijke aanwijzing voor de bewoners van het gebied en de overige belanghebbenden. Ook binnen een horecaconcentratiegebied of een concentratiegebied voor detailhandel en ambachtsbedrijven is het mogelijk maatwerkvoorschriften te stellen.
Een gemeente kan ook nu nog horecaconcentratiegebieden en concentratiegebieden voor detailhandel en ambachtsbedrijven aanwijzen, waarop artikel 2.19a van toepassing is. Hoewel de toelichting spreekt over 'bestaande situatie' is in dit artikel niet de relatie genoemd met inwerkingtreding van artikel 2.19a en de aanwezigheid van een van deze gebieden. Dit is wel het geval in de andere 'overgangsartikelen'.
Gebieden met agrarische inrichtingen (art. 2.17 lid 7 t/m 9)
Er kan met een gemeentelijke verordening op basis van de gemeentewet voor gebieden een ander beschermingsniveau worden vastgelegd voor agrarische inrichtingen. Dan geldt het beschermingsniveau in de tabellen 2.17e en 2.17g niet. In een dergelijk gebied bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet meer dan de waarden die zijn opgenomen in die gemeentelijke verordening. De waarden bedragen ten hoogste 5 dB(A) meer of minder dan de in de tabellen 2.17e en 2.17g opgenomen waarden.
Bij vaststelling van de waarden wordt ten minste rekening gehouden met het in het gebied heersende referentieniveau. Voor glastuinbouwbedrijven in een glastuinbouwgebied mag de vastgestelde waarde die hoger is dan de waarde uit tabel 2.17g, het in het gebied heersende referentieniveau niet overschrijden.
In de Nota van toelichting zijn bij het Besluit van 14 september 2012 tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer ter verduidelijking de volgende twee voorbeelden opgenomen:
Voorbeeld 1
In een concentratiegebied voor glastuinbouwbedrijven is het referentieniveau in de nachtperiode 44 dB(A). De geldende waarde volgens artikel 2.17, zesde lid, is in de nacht 40 dB(A). Het bevoegd gezag wil in een verordening een hogere waarde vaststellen dan de waarde uit het Activiteitenbesluit. Het referentieniveau van 44 dB(A) geldt in dit geval als bovengrens. Het bevoegd gezag mag in de verordening een waarde vaststellen van maximaal 44 dB(A) voor de nachtperiode.
Voorbeeld 2
In een ander concentratiegebied voor glastuinbouw is het referentieniveau in de nachtperiode 30 dB(A). In de verordening mag de gemeente een waarde van bijvoorbeeld 30 of 35 dB(A) vastleggen. Dit is meer dan het referentieniveau, maar in dit geval is dat toegestaan. Dit komt omdat de waarde uit het Activiteitenbesluit hoger is dan de in de verordening vast te stellen waarde. Een waarde boven de 40 dB(A) is niet toegestaan. Dit komt omdat die waarde boven de volgens artikel 2.17 geldende waarde én boven het referentieniveau ligt. Wel zou een waarde mogen worden vastgesteld die onder het referentieniveau ligt.