Horeca: Rookverbod en menselijk stemgeluid

Vraag

Vanwege het rookverbod verplaatsen de bezoekers zich naar het terras of de ingang van de horecagelegenheid. Zijn de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit van toepassing voor menselijk stemgeluid van deze bezoekers?

Antwoord

Nee, tenzij het buitenterrein verwarmd of overdekt is of kan worden aangemerkt als binnenterrein.

In art. 2.18 lid 1 onder a is opgenomen dat bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 buiten beschouwing blijft het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, tenzij dit terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein.

In de toelichting van het Activiteitenbesluit is opgenomen dat verwarmde of overdekte terrassen noden tot een gebruik in alle jaargetijden en overeenkomstig art. 2.17 moeten worden beoordeeld. In de toelichting is opgenomen dat met onoverdekt terrein wordt bedoeld een voor publiek toegankelijk onbebouwd deel van de inrichting, dus een buitenterrein zoals een tuin of een terras. Met overdekking wordt een vaste overdekking bedoeld en niet een zonnescherm of een luifel.

Het betrekken van stemgeluid van bezoekers in de beoordeling van de geluidsnormen is problematisch. Geluid afkomstig van terrassen wordt niet of nauwelijks afgeschermd en kan direct omliggende gevels belasten. Rigide toepassing van de geluidsnormen zou het in veel gevallen onmogelijk maken een terras in gebruik te hebben. De uitsluiting van stemgeluid afkomstig van een buitenterrein geldt feitelijk uitsluitend voor situaties waarbij het buitenterrein aan de straat of een andere openbare ruimte is gelegen. In deze gevallen mag worden aangenomen dat het van bijvoorbeeld een terras afkomstige geluid opgaat in het omgevingsgeluid. Maar, alseen buitenterrein omsloten is door bebouwing zal het omgevingsgeluid doorgaans veel lager zijn. Stemgeluid van een terras zal dan eerder leiden tot overlast. De beoordeling van dergelijke situaties dient overeenkomstig art. 2.17 te geschieden.

In de uitspraak ABRvS 24 maart 2010 nr. 200905524/1/M2 geeft de afdeling bestuursrechtspraak aan wanneer een terras is aan te merken als een binnenterrein:

"Anders dan het college veronderstelt kan het referentieniveau van het omgevingsgeluid op zich niet doorslaggevend worden geacht voor de beantwoording van de vraag of het stemgeluid afkomstig van een buitenterrein mag worden uitgesloten van toetsing aan de geluidsnormen. Gelet op de nota van toelichting is voor de beantwoording van deze vraag met name de situering van het buitenterrein aan de straat of andere openbare ruimte van belang. Daarnaast kan het referentieniveau van het omgevingsgeluid alsmede de mate van beslotenheid van de ligging van het buitenterrein als indicatie dienen voor de vraag of sprake is van een binnenterrein, als bedoeld in art. 2.18 van het Activiteitenbesluit.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het terras aan de achterzijde van het café niet aan de straat of een andere openbare ruimte is gelegen. Het aangrenzende terrein omvat een particulier parkeerterrein en een aantal tuinen en is grotendeels omsloten door bebouwing. Gelet op het vorenstaande is de Afdeling van oordeel dat het terras moet worden aangemerkt als een binnenterrein in de zin van art. 2.18 van het Activiteitenbesluit, zodat het stemgeluid van het terras moet worden meegenomen bij de toetsing aan de geluidsnormen van art. 2.17."

APV
Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is de gemeente bevoegd om in het belang van de openbare orde – waaronder de bescherming van het woon- en leefklimaat valt – een beperkend voorschrift over bijvoorbeeld de sluitingstijd van een terras op te nemen. Maar geluidhinder die uitsluitend is terug te voeren op het stemgeluid van terraspubliek moet worden aangemerkt als “inrichtinggebon­den geluidsoverlast”, en kan niet worden aangemerkt als overlast die de openbare orde betreft. De APV kan voor deze inrichtinggebonden geluidhinder dus niet worden ingezet (ABRvS 24 juli 2002, nr. 200102945/1).

Zie ook: