Handreiking: Referentieniveau en grenswaarden

Vraag

Kunnen geluidsgrenswaarden worden voorgeschreven die het referentieniveau van het omgevingsgeluid overschrijden?

Antwoord

Ja.
In de regel geldt het referentieniveau als bovengrens voor de te stellen grenswaarden. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarin het niet in strijd met het recht is grenswaarden hoger dan het referentieniveau aan de vergunning te verbinden. De grondslag daarvoor moet worden gezocht in de aard van de omgeving en bestaande rechten.

Aard van de omgeving, geluidsgevoelige objecten op een bedrijventerrein
De bestemming van een gebied – en niet zozeer het referentieniveau van het omgevingsgeluid - kan een rol spelen bij de bestuurlijke afweging. Met de uitspraak ABRvS 18 september 2002, nr. 200104118/2 is deze lijn ingezet en vervolgens bestendigd middels de uitspraak ABRvS 2 juli 2003, nr. 200202992/1. In de uitspraak ABRvS 25 augustus 2004, nr. 200305949/1 wordt het toepasselijke toetsingskader verder uitgekristalliseerd: bij de beoordeling van de aanvaardbaarheid zijn niet de richtwaarden ingevolge hoofdstuk 4 van de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening (pdf, 123 kB), maar de middels paragraaf 5.9 – hierin worden richtwaarden voor woningen op een bedrijventerrein gesteld - van toepassing zijnde richtwaarde van 55 dB(A) maatgevend. Daarbij worden in dit geval – daar de grenswaarde beneden deze richtwaarde ligt – minder eisen gesteld aan het bestuurlijke afwegingsproces dat aan deze grenswaarde ten grondslag ligt.

Natuurlijk dient dit wel gepaard te gaan met een beoordeling of niet in redelijkheid maatregelen kunnen worden getroffen. Zie verder ABRvS 28 mei 1999, nr. E03.95.1996 (vindplaats: JM 1999/137) en ABRvS 5 februari 2003, nr.  200104137/1. Gebruik makend van paragraaf 5.9 van de Handreiking kunnen dus grenswaarden hoger dan het referentieniveau aan de vergunning worden verbonden.

Bestuurlijke afweging zonder kennis referentieniveau is onrechtmatig
Uit de Handleiding industrielawaai en vergunningverlening vloeit voort dat het na bepaling van het referentieniveau op grond van een bestuurlijk afwegingsproces mogelijk is om de in de Handreiking aanbevolen richtwaarden te overschrijden. Er moet wel een onderzoek gedaan worden naar het referentieniveau voordat kan worden overgegaan tot het maken van een bestuurlijke afweging. (ABRvS, 20 september 2006, nr. 200508753/1).

Bestaande situaties
Indien een inrichting bestaande rechten heeft – bestaande rechten zijn gebaseerd op vergunde activiteiten en niet op de vergunde geluidsruimte, zie ABRvS 28 november 2000, nr. E03.98.1088  – kunnen grenswaarden aan de vergunning worden verbonden die het referentieniveau – tot ten hoogste 55 dB(A) - ontstijgen. Om de omvang van de bestaande rechten te bepalen, is de eerder vergunde situatie bepalend en niet de feitelijk bestaande situatie die niet in overeenstemming is met de vergunning, zie ABRvS, 1 februari 2004, nr. 200300572/1. Vooraleer dergelijke referentieniveau ontstijgende grenswaarden aan de vergunning te verbinden, dient allereerst te worden bezien of de geluidsbelasting door het treffen van niet bovennormale voorzieningen die overeenstemmen met de stand der techniek, kan worden teruggebracht tot het referentieniveau.

Zie ook: