Bedrijfssituaties

Artikel 2.22 van de Wabo verplicht het bevoegd gezag aan een omgevingsvergunning voorschriften te verbinden voor de bescherming van het milieu. Om te bepalen of de inrichting kan voldoen aan de voorschriften is voldoende inzicht in de aangevraagde bedrijfssituatie nodig.

Op deze pagina vindt u informatie over de representatieve bedrijfssituatie en het afwijken van deze situatie.

Representatieve bedrijfssituatie (RBS)

De definitie van representatieve bedrijfssituatie (hierna RBS) staat in de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999 als volgt beschreven:

”…die situatie waarbij de voor de geluidproductie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit in de te beschouwen etmaalperiode.”

Het is soms moeilijk een RBS te omschrijven bij inrichtingen met discontinue bedrijfssituaties en wisselende activiteiten. Het uitgangspunt voor het vaststellen van de RBS is de voor een geluidsuitstraling kenmerkende bedrijfsvoering bij volledige aangevraagde capaciteit van de inrichting. De RBS kan bestaan uit een aantal verschillende bedrijfstoestanden. In de RBS staan deze bedrijfstoestanden beschreven. Daarnaast staat in de beschrijving hoe vaak en op welke tijdstippen die verschillende bedrijfstoestanden voorkomen.

De beschrijving van de RBS bevat de volgende onderdelen:

  • De bedrijfsactiviteiten en de productiecapaciteit.
  • Het aantal en type bronnen (stationaire en mobiele).
  • Een beschrijving van de geluidsbronnen zelf (installaties, vermogen, toerental).
  • De tijd dat bronnen binnen in de dag-, avond en nachtperiode in werking zijn.
  • De positie en hoogte van deze bronnen.

Voor het definiëren van de RBS gelden de volgende aandachtspunten:

  • De RBS is gebaseerd op de aangevraagde activiteiten en productiecapaciteit.
  • De RBS is een bedrijfssituatie met een doorgaans maximale geluidsuitstraling. Het maakt niet uit dat er ook dagen zijn met minder geluidsproductie.
  • Het vaststellen van een RBS is relatief eenvoudig bij inrichtingen met een constante geluidsbron, zoals een ventilator. Bij een discontinue bedrijfssituatie, zoals bij transportbedrijven, moet de RBS worden samengesteld uit de verschillende bedrijfstoestanden die per etmaalperiode voorkomen. Deze hoeven niet in hetzelfde etmaal voor te komen. Meer informatie over de samenstelling van de RBS staat in paragraaf A5.2 van de HMRI 1999.
  • De RBS betreft de volledige capaciteit over een aaneengesloten etmaalperiode. Als bij een inrichting duidelijk verschillende bedrijfssituaties per etmaalperiode voorkomen, moeten deze afzonderlijk als RBS beoordeeld worden. Bijvoorbeeld bij een scheepswerf met kaden die nooit tegelijkertijd in gebruik zijn.
  • In een vergunningaanvraag staan meestal (jaar)gemiddelde aantallen, hoeveelheden en werktijden. In de RBS gaat het om de maximale aantallen in een etmaalperiode. Daarom staan in de RBS vaak aantallen die groter zijn dan dit gemiddelde.
  • Bij een seizoensbedrijf moet de situatie tijdens en buiten het seizoen worden beoordeeld. Als buiten het seizoen minder geluidsproductie is, kan dat een reden zijn om tijdens het seizoen meer geluid toe te staan.
  • Een door zijn aard als hoofdactiviteit aan te merken activiteit binnen de inrichting is onderdeel van de RBS. Het aantal keren per jaar dat een activiteit voorkomt heeft geen invloed op het al dan niet behoren tot de RBS. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 over het ADO-stadion (ABRvS 26 januari 2005, nr. 200400465/1). Het aantal voetbalwedstrijden per jaar is weliswaar gering, maar ze behoren door hun aard wel tot de hoofdactiviteit van het stadion. De uitspraak (ABRvS 14 juni 2006, nr. 200508174/1) onderschrijft dit nogmaals: De omstandigheid dat bepaalde activiteiten over het gehele jaar genomen relatief weinig voorkomen, betekent evenwel niet zonder meer dat die activiteiten niet behoren tot de representatieve bedrijfssituatie van de inrichting. Ook activiteiten die minder vaak voorkomen kunnen in bepaalde gevallen op grond van hun aard toch deel uitmaken van de representatieve bedrijfssituatie. De Afdeling is van oordeel dat uit de motivering van het bestreden besluit noch anderszins is gebleken dat het gemaakte onderscheid in incidentele bedrijfssituatie en representatieve bedrijfssituatie voor deels gelijksoortige activiteiten, mede gelet op de aard van de inrichting, een veehouderij, gerechtvaardigd is. Dit klemt te meer nu uit de stukken volgt dat ongeveer 38 keer wordt afgeweken van de uit slechts twee activiteiten bestaande representatieve bedrijfssituatie………”.

Afwijking van de RBS

Activiteiten van inrichtingen kunnen meer geluidsproductie voorzaken dan de RBS. Afhankelijk van de frequentie gaat het om een incidentele of een regelmatige afwijking van de RBS. Deze afwijkingen van de RBS kunnen niet altijd voldoen aan de richtwaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau.

Tijdelijk hogere geluidsniveaus kunnen leiden tot hinder in de omgeving. Het is mogelijk in een tijdelijke situatie soms meer geluid toe te staan dan toelaatbaar is voor de RBS. Maar het is niet de bedoeling om (juist) deze bedrijfsomstandigheden vrij baan te geven in de omgevingsvergunning.

Afwijkingen zijn bijvoorbeeld incidenten of regelmatig voorkomende gebeurtenissen per week of per jaar. Het wel of niet vergunbaar zijn van een hoger geluidsniveau dan de richtwaarde is een bestuurlijke afweging. In ieder geval de volgende punten kunnen in deze afweging van belang zijn:

  • mate van hinder
  • frequentie en duur
  • afwisseling perioden met meer of minder geluid
  • de (on)vermijdbaarheid
  • de (on) mogelijkheid van het treffen van kosteneffectieve maatregelen
  • of sprake is van een bestaande situatie

Afwijkende bedrijfsomstandigheden moeten in de aanvraag staan beschreven. De omgevingsvergunning beschrijft de gebeurtenis, de frequentie en doorlooptijd en het toegestane geluidsniveau per gebeurtenis. Het besluit om afwijkende bedrijfsomstandigheden toe te staan wordt in de vergunning vastgelegd. Bij frequente gebeurtenissen kan dat bijvoorbeeld door voor één of meerdere etmaalperiodes hogere niveaus te vergunnen dan voor diezelfde periode op de andere dagen in de week. Meer informatie vindt u bij de pagina over geluidsvoorschriften.

In paragraaf 5.3 van de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening staan de volgende twee afwijkingsmogelijkheden:

  • Regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie. Deze mogelijkheid speelt in op activiteiten die met enige regelmaat voorkomen.
  • Incidentele afwijkingen in het kader van het 12-dagen criterium. Hierbij gaat het om bijzondere activiteiten die niet onder de representatieve bedrijfssituatie vallen en niet vaker voorkomen dan maximaal 12 keer per jaar.

Jurisprudentie heeft invulling gegeven aan de vraag of iets een incidentele of een regelmatige afwijking is. Als een gebeurtenis iedere dag plaatsvindt gedurende kortere af langere tijd, valt het onder de RBS. Waar de 'omslagpunten' liggen bij frequentie en doorlooptijd is niet precies aan te geven. Dat verschilt per situatie. De (incidentele en regelmatige) afwijkingen maken het mogelijk flexibel in te spelen op wisselende bedrijfssituaties.

Calamiteiten of vergelijkbare onvoorziene uitzonderlijke bedrijfssituaties zijn geen onderdeel van de incidentele of regelmatige afwijkingen van de RBS.

Incidentele afwijking

Incidentele afwijkingen zijn activiteiten die incidenteel voorkomen en meer geluid veroorzaken dan de RBS. Volgens jurisprudentie is het toelaatbaar dat maximaal 12 keer per jaar, en maximaal één etmaal per keer wordt afgeweken van de RBS. Dit heet het 12 dagen-criterium. Dit criterium biedt de mogelijkheid om maximaal 12 keer per jaar activiteiten uit te voeren die meer geluid veroorzaken dan de activiteiten uit de RBS.

Toepassing van het 12 dagen-criterium voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • Het moet gaan om aaneengesloten perioden van maximaal 1 etmaal.
  • De activiteit mag geen onderdeel zijn van de RBS, het moet een incidentele bedrijfssituatie zijn.
  • Het optreden van de incidentele afwijkingen is noodzakelijk voor en inherent aan de bedrijfsvoering (ABRvS 15 mei 2002, nr. 200100789/1).
  • Technische of organisatorische maatregelen voor het beperken of vermijden van de afwijking zijn redelijkerwijs niet mogelijk
  • De incidentele bedrijfssituatie staat in de aanvraag omschreven.
  • De activiteit moet incidenteel zijn. Valt de activiteit onder de reguliere bedrijfsactiviteiten, dan valt het onder de RBS. Dit uitgangspunt is door de Raad van State (ABRvS 26 januari 2005, nr. 200400465/1) nog eens onderschreven voor een voetbalstadion.
  • De activiteit leidt niet tot onaanvaardbare hinder.

Het bevoegd gezag kan door het verlenen van vergunning het criterium toepassen. Er is geen automatisch recht op een ontheffing voor 12 dagen.

Bij voorkeur staan mogelijke ontheffingen, inclusief de tijdstippen, in de vergunningsaanvraag. Derden kunnen zich er dan over uitspreken (ABRvS 4 juli 2001, nr. 200005430/1 (vindplaats: M en R 2001, 175K)). De vergunning kan een voorschrift bevatten dat verplicht tot het vooraf melden van de omschreven incidentele situatie(s).

Voorbeelden van incidentele afwijkingen van de RBS zijn:

  • Het maandelijks legen van een vuilcontainer.
  • Een veegwagen die 4x per jaar het terrein van de inrichting schoonveegt.
  • Het verplaatsen van een schip van helling of nieuwbouwloods naar de afbouwkade.
  • Het 6x per jaar afvoeren van mest bij een varkensbedrijf.
  • De inzet van een mobiele puinbreker.
  • Een jachtwerf waar periodiek schepen uit het water worden gehaald.

Bedrijfsfeesten, jubilea e.d. zijn geen onderdeel van de reguliere vergunde bedrijfsactiviteiten. Dit zijn dan ook geen incidentele afwijkingen van de RBS. Het is dus niet nodig om dergelijke festiviteiten in een omgevingsvergunning op te nemen. In sommige gevallen is wel een ontheffing van de plaatselijk APV nodig. Zie verder ook paragraaf 4.2 en verder van de VNG model APV en de pagina over geluid bij evenementen.

Regelmatige afwijking

Regelmatige afwijkingen zijn activiteiten die met enige regelmaat voorkomen en meer geluid veroorzaken dan de RBS. De regelmatige afwijking staat in paragraaf 5.3 van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (pdf, 123 kB). De Raad van State vindt het verlenen van een vergunning voor een regelmatige afwijking op basis van deze paragraaf niet in strijd met het recht (ABRvS 24 juli 2002, nr. 200100451/1).

In de aanvraag staan de volgende punten die in de belangenafweging van belang zijn :

  • het tijdstip en de duur van de regelmatige afwijking
  • de frequentie van optreden
  • compensatie door relatief stille perioden
  • de hoogte van het geluidsniveau (absoluut en relatief ten opzichte van de RBS)
  • de afwijking is noodzakelijk of onvermijdelijk voor de bedrijfsvoering
  • maatregelen zijn de redelijkerwijs niet mogelijk.

Voorbeelden van regelmatige afwijkingen van de RBS zijn:

  • het gritstralen van een tank of ketel op een open terrein
  • een oven of cycloonafzuiger die maar korte tijd per week in gebruik is
  • het wekelijks testen van een noodstroomvoorziening
  • af en toe overwerken in de avondperiode
  • het één keer per week lossen van een meelwagen (overdag) gedurende een half uur bij een bakkerij.

Een regelmatige afwijking van de RBS is niet bedoeld voor seizoensbedrijven, zoals suikerfabrieken en recreatie-inrichtingen, die maar een deel van het jaar in vol bedrijf zijn.