Vragen en antwoorden: grenzen vergunningplicht milieu voor industriële actviteiten en installaties

Ja, de grens voor vergunningplicht geldt per opslagtank.

Een Omgevingsvergunning is nodig bij gebruik van andere blaasmiddelen dan lucht, stikstof of kooldioxide. Toelichting met voorbeelden en uitleg van de reden van vergunningplicht.

In de meeste gevallen leidt een houtkachel of houtgestookte ketel niet tot vergunningplicht. Alleen voor het verstoken van afvalhout en voor hele grote houtgestookte installaties kan nog een vergunning nodig zijn.

Het vullen van spuitbussen of gasflessen is, op een aantal uitzonderingen na, vergunningplichtig.

Een inrichting waar textiel, dat besmet is met radioactiviteit, wordt gewassen, valt in beginsel in zijn geheel onder de werking van het Activiteitenbesluit. Daarnaast is een vergunning in het kader van de Kernenergiewet vereist.

Nee. Vergunningplicht geldt alleen voor het reinigen van vaten, tankauto's en dergelijke van buiten de inrichting of als in de tank(wagen) gevaarlijke stoffen zijn vervoerd.

Nee. Volgens categorie 9.4 van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht is er sprake van vergunningplicht bij ‘de productie van alcohol’. Hiermee wordt de productie van pure alcohol bedoeld.

Een inrichting waar motoren worden gereviseerd is niet altijd vergunningplichtig. Dit is afhankelijk van het motorisch vermogen. In deze FAQ wordt uitgelegd wanneer welke regels van toepassing zijn.

Voor het binnen een inrichting breken van beton is een omgevingsvergunning nodig. Dit kan een omgevingsvergunning milieu of een omgevingsvergunning beperkte milieutoets zijn. De herkomst van het beton bepaalt welke vergunning nodig is.

Het is afhankelijk van het soort systeem of er een vergunning nodig is.

Voor warmte- en koudeopslag (WKO) is geen omgevingsvergunning milieu nodig. Afhankelijk van het soort systeem, de omvang van het systeem en de lozingsroutes kunnen wel een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) en/of een watervergunning nodig zijn.

Inrichtingen waar metalen schepen langer dan 25 meter worden onderhouden, waren op grond van oude 8.40 besluiten vergunningplichtig. Op grond van het Besluit omgevingsrecht leidt deze activiteit niet altijd tot vergunningplicht. Deze inrichtingen kunnen wel door ander activiteiten aangewezen worden als vergunningplichtig.

Een inrichting waar meer dan 400 kilogram aan bestrijdingsmiddelen wordt opgeslagen, is in beginsel niet meer vergunningplichtig, mits er niet meer dan 10.000 kilogram wordt opgeslagen.

Voor stookinstallaties met een thermisch vermogen van 50 MW of meer is altijd een vergunning nodig. Stookinstallaties kunnen ook tot vergunningplicht leiden als geen standaard brandstof wordt verstookt of als het vermogen groter is dan 15 MW.

Slachten van dieren en verwerken dierlijke bijproducten zijn activiteiten die, op grond van Bor, Bijlage I, categorie 8.3 m en n, tot vergunningplicht leiden. Hier vindt u een toelichting op wat onder het slachten van dieren en verwerken van bijproducten moet worden verstaan.

RWZI's hebben voor de lozing van het gezuiverde afvalwater op het oppervlaktewater geen Watervergunning meer nodig. Voor sommige, aan het zuiveringsproces gerelateerde, activiteiten is wel een omgevingsvergunning nodig. In het uitgebreide antwoord worden deze activiteiten toegelicht.

Met shredderen wordt in het Besluit omgevingsrecht en het Activiteitenbesluit het verkleinen in een shredderinstallatie bedoeld.

Dat hangt af van de specifieke situatie. Er zijn meerdere categorieën van bijlage I, onderdeel C, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) waar het antwoord op beide vragen uit blijkt.