Overzicht: procedure hogere waarde bij omgevingsvergunning (2.12, lid 1, sub a, onder 3)
Op deze pagina vindt u een kort overzicht van alle handelingen per procedurele fase voor een hogere waarde bij een omgevingsvergunning met Afdeling 3.4 van de Awb. De meest linkse kolom geeft de procedurele fases in de juiste volgorde weer. In de middelste kolom staat de handeling per fase. In de meest rechtse kolom staan de belangrijke termijnen. Voor een meer gedetailleerd stapsgewijs overzicht kunt u de pagina stapsgewijs: procedure hogere waarde bij omgevingsvergunning (2.12, lid 1, sub a, onder 3) stapsgewijs gebruiken.
De verschillende fasen in de procedure:
Inleidende informatie
Bevoegde gezag
Het bevoegde gezag voor het nemen van een hogere waarde besluit is het college van burgemeester en wethouders. Dit volgt uit artikel 110a, lid 1, van de Wet geluidhinder (Wgh).
Ambtshalve besluit
Een hogere waarde voor de omgevingsvergunning neemt het bevoegde gezag ambtshalve. Dit volgt uit artikel 110a, lid 3, van de Wgh. Zie ook onze pagina met achtergrondinformatie.
Relatie hogere waarde en omgevingsvergunning met Afdeling 3.4 Awb (artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3, Wabo)
Een hogere waarde neemt men altijd ten behoeve van een ander besluit. Daardoor kunnen er verschillen zijn tussen beide procedures. Voor een omgevingsvergunning met hogere waarde geldt het volgende:
- voor de hogere waarde: zienswijzen en daarna beroep in eerste en enige aanleg bij de Raad van State.
- voor de omgevingsvergunning: zienswijzen, daarna beroep bij de rechtbank en vervolgens hoger beroep bij de Raad van State.
Ontwerp
Handeling |
Termijn |
|
---|---|---|
Inhoud en |
Burgemeester en wethouders wegen relevante feiten en belangen tegen elkaar af. Het besluit bevat de hogere waarde, de reden daarvoor, resultaten van akoestisch onderzoek en overige informatie. |
|
Kennis |
Burgemeester en wethouders geven op geschikte wijze kennis van het ontwerp. | |
Terinzage |
Burgemeester en wethouders leggen alle stukken ter inzage. | |
Ziens |
Belanghebbenden kunnen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit indienen. | 6 weken. |
Opmerkingen bij deze fase in de procedure
- Let op: bij het bestemmingsplan moet men de hogere waarde gelijktijdig ter inzage leggen. Bij de omgevingsvergunning hoeft dit niet. Dit is wel aan te bevelen.
Vaststelling
Handeling |
Termijn |
|
---|---|---|
Reactie op |
Burgemeester en wethouders beantwoorden de zienswijzen. | |
Beslis |
Burgemeester en wethouders moeten het hogere waarde besluit nemen vóór het ruimtelijke besluit. | |
Kennis |
Burgemeester en wethouders geven op geschikte wijze kennis van het vaststellingsbesluit. | |
Terinzage |
Burgemeester en wethouders leggen het vaststellingsbesluit en belangrijke bijbehorende stukken ter inzage. |
Beroep in eerste en enige aanleg bij de Raad van State
Handeling |
Termijn |
|
---|---|---|
Inwerking |
Een besluit treedt in werking na bekendmaking. | |
Beroep |
De termijn voor het indienen van een beroepschrift door belanghebbenden bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bedraagt zes weken vanaf de dag na terinzagelegging van het besluit. | 6 weken. |
Voorlopige |
Een belanghebbende die een beroepschrift indient kan ook een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Het nut hiervan kan men zich afvragen. | |
Relevante |
Burgemeester en wethouders zenden de belangrijke stukken aan de bestuursrechter en dienen een verweerschrift in. | |
Verschijning |
Burgemeester en wethouders kunnen door de bestuursrechter worden opgeroepen. | |
Uitspraak |
De bestuursrechter doet meestal binnen zes weken (na zitting) uitspraak. | 6 weken na zitting. |
Delen
Procedures bestemmingsplannen
Heeft u ook interesse in de procedures bij bestemmingsplannen? Ga dan snel naar de pagina over de bestemmingsplanprocedure.