Mag nieuwe norm of richtlijn meteen gebruikt worden bij Activiteitenbesluit en vergunningverlening?
Vraag
Veel normen en (PGS) richtlijnen, worden regelmatig geactualiseerd. Dat document geeft in principe de nieuwste stand der techniek. Wanneer mag je de nieuwe versie gebruiken?
Antwoord
Het antwoord hangt af van de plek waar de norm of richtlijn wordt gebruikt: in Activiteitenbesluit/-regeling of in een omgevingsvergunning milieu.
Activiteitenbesluit
Activiteitenregeling (artikel 1.2) wijst de gebruikte versies van normen en (PGS) richtlijnen aan. Deze aanwijzing is bindend. Dus als de Activiteitenregeling naar een oude versie van een norm of richtlijn verwijst, dan moet die oude versie worden gebruikt.
Na het actualiseren van een norm of richtlijn, wordt eerst onderzocht wat de gevolgen zijn van verwijzing naar die nieuwe versie. Bijvoorbeeld of er overgangsrecht nodig is of extra maatwerkmogelijkheden. Bovendien wacht het aanwijzen van nieuwe richtlijnen vaak op andere wijzigingen. Daardoor gaat er in totaal behoorlijk wat tijd voorbij tussen publicatie van een herziene norm of richtlijn en verwerking daarvan in de algemene regels. Als de Activiteitenregeling eenmaal naar een nieuwe norm of richtlijn verwijst, dan is die per direct geldend. Uiteraard met uitzondering van situaties waarvoor overgangsrecht geldt.
Gelijkwaardige voorziening
Soms kan de nieuwe richtlijn worden toegepast als 'gelijkwaardige voorziening' volgens artikel 1.8 van het Activiteitenbesluit. Dat kan alleen als de bescherming van het milieu ook werkelijk gelijkwaardig is aan de voorgeschreven maatregel.
Omgevingsvergunning milieu
Bij het verlenen of herzien van de omgevingsvergunning milieu moet in principe de meest recente versie van normen en richtlijnen worden gebruikt. Alle milieuaspecten moeten namelijk voldoen aan BBT.
Aanwijzing als BBT document
Soms wijst de Regeling omgevingsrecht (MOR) bijlage 1 nog niet de meest recente norm of richtlijn aan als BBT. Dan kan deze vaak toch worden toegepast bij vergunningverlening. Het bevoegd gezag mag namelijk gemotiveerd afwijken van de aangewezen BBT documenten. Bijvoorbeeld als er nieuwe inzichten zijn over de stand der techniek. De Raad van State heeft dit bevestigd in een uitspraak over het gebruik van een nieuwe, nog niet aangewezen Bref. Daarnaast kunnen er technieken zijn die niet in een aangewezen BBT document staan beschreven maar wel de stand der techniek weergeven. Dan kan de nieuwe norm of richtlijn dus wel worden gebruikt bij het opstellen van vergunningvoorschriften.
Revisievergunning
Een ondernemer met een bestaande omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag vragen om een nieuwe norm of richtlijn in de vergunning op te nemen. Of het bevoegd gezag bekijkt bij het opstellen van een revisievergunning of ambtshalve wijziging of verwijzing naar een nieuwe norm of richtlijn nodig is. Het bedrijf moet de voorzieningen dan aanpassen aan de stand der techniek. Voor bijvoorbeeld gebruiks- of onderhoudsprocedures en organisatorische maatregelen is dat meestal geen probleem. Maar bij bijvoorbeeld aangepaste veiligheidsafstanden of bouwtechnische aspecten kan een bestaand bedrijf met grote investeringen of aanpassingen te maken krijgen. Soms is het mogelijk om voor voldoende milieubescherming te zorgen met de oude richtlijn en aanvullende organisatorische of technische maatregelen.
Tussentijdse normwijziging
Een bestaand bedrijf moet voldoen aan de normen en richtlijnen die golden tijdens het aanbrengen van de installatie of voorziening. De versie daarvan is aangewezen in de milieuvergunning. Het is de bedoeling dat bedrijven zoveel mogelijk aan de nieuwste versie van normen en richtlijnen voldoen. Maar het is niet voldoende reden om grote investeringen of aanpassingen te verlangen van een bedrijf. Het bevoegd gezag beoordeelt per geval of er voldoende aanleiding is om een nieuwe en/of strengere eisen van toepassing te verklaren.