Lozingsvoorschriften werkzaamheden aan vaste objecten
Bij werkzaamheden aan vaste objecten zoals slopen, reinigen en conserveren kan afvalwater ontstaan. Gebouwen, bruggen en viaducten zijn voorbeelden van vaste objecten. Om directe verontreiniging van oppervlaktewater te voorkomen zijn er algemene regels opgesteld.
Inhoud
Toepassingsgebied
Bij werkzaamheden aan vaste objecten zoals slopen, reinigen en conserveren kan afvalwater ontstaan. In het gaat om de volgende werkzaamheden:
- Reinigingswerkzaamheden
- Conserveringswerkzaamheden
- Sloop-, en renovatiewerkzaamheden
- Andere onderhoudswerkzaamheden aan vaste objecten
- Nieuwbouw van vaste objecten
Als deze activiteiten in de nabijheid van oppervlaktewater plaats vinden gelden onderstaande regels.
Uitzondering
Reinigingswerkzaamheden die regelmatig plaatsvinden vallen buiten het toepassingsgebied. Denk aan bijvoorbeeld ramen lappen. Een uitgebreide beschrijving van reinigingswerkzaamheden die onder deze uitzondering vallen vindt u op de pagina 'Periodiek verwijderen vuilafzetting'.
Afvalwater dat bij deze periodieke werkzaamheden vrijkomt mag men wel lozen. Lozing op het oppervlaktewater heeft niet de voorkeur. Beter is om dit water te lozen op rioolstelsels of de bodem.
Vindplaats
Afhankelijk van de plaats van de objecten is het besluit lozen buiten inrichtingen of het activiteitenbesluit van toepassing. Beide besluiten bevatten dezelfde voorschriften. Het Besluit lozen buiten inrichtingen is van toepassing op de activiteiten buiten inrichtingen. Het Activiteitenbesluit is van toepassing op de activiteiten binnen inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer.
De vindplaats van de verschillende voorschriften:
- Besluit lozen buiten inrichtingen (BLBI): § 3.5 Lozen ten gevolge van werkzaamheden aan vaste objecten (artikel 3.10 en 3.11) en de eisen voor de melding van deze activiteit: artikel 1.17 en 1.18.
- Regeling lozen buiten inrichtingen: § 2.2. Lozen ten gevolge van werkzaamheden aan vaste objecten in of nabij een oppervlaktewaterlichaam (artikel 2.4 tot en met 2.15).
- Activiteitenbesluit (AB): Activiteitenbesluit § 3.1.6. Lozen ten gevolge van werkzaamheden aan vaste objecten (artikel 3.6.1, 3.6a en 3.6b) en de eisen voor de melding van deze activiteit: artikel 1.13a AB
- Activiteitenregeling: § 3.1.3. Lozen ten gevolge van werkzaamheden aan vaste objecten in of nabij een oppervlaktewaterlichaam (artikel 3.4h tot en met 3.4s ).
De activiteit is geregeld in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Daarom gelden de voorschriften voor type B- en type C-bedrijven. Een inrichting type B en een inrichting type C moeten de activiteit melden.
Ook valt deze activiteit onder de definitie van inrichting type A (artikel 1.2). Dat betekent dat een inrichting type A die deze lozing uitvoert niet hoeft te melden. Dit staat in artikel 1.4 van het AB.
In de nota van toelichting van het Besluit lozen buiten inrichtingen (pdf, 29 kB) (pdf, 29 kB) (nota van toelichting activiteitenbesluit heeft een gelijke inhoud) vindt u een afbakening voor welke activiteiten lozen is toegestaan. De tekst is opgenomen en op deze pagina verwerkt.
BBT
Uitgangspunt is altijd BBT (beste beschikbare techniek). In dit geval is het doel om zoveel mogelijk te voorkomen dat stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. Het voorkomen of minimaliseren van verwaaiing of de hoeveelheden te lozen afvalwater helpt daarbij.
Er is sprake van 'nabijheid van oppervlaktewater' als door de reinigings- en onderhoudsactiviteiten stoffen in het oppervlaktewater kunnen komen. Ook als dat bijvoorbeeld door verwaaiing gebeurt door periodiek uitgevoerde reinigingswerkzaamheden.
Meldingseisen
Voordat men deze activiteiten start moet vooraf een aantal bijzondere gegevens melden.
- Bij reinigingswerkzaamheden, conserveringswerkzaamheden en andere onderhoudswerkzaamheden gaat het om:
- Gegevens over toe te passen technieken, stoffen en conserveringsmiddelen
- De hoeveelheid toe te passen ontvetters.
- Bij nieuwbouw, het uitvoeren van sloop- of renovatiewerkzaamheden aan vaste objecten:
- een werkplan met daarin een uitwerking van:
- de toegepaste technieken,
- de toegepaste middelen
- de toegepaste constructies.
- In het werkplan staat aangegeven
- bij welke activiteiten lozingen plaatsvinden
- welke maatregelen genomen zijn om deze lozingen te voorkomen.
- een werkplan met daarin een uitwerking van:
Men mag afwijking van de technieken die in de Activiteitenregeling staan beschreven. Wel is dan in het werkplan een uitgebreidere uitleg en onderbouwing nodig.
In de Handreiking Werkplan besluit lozen buiten inrichtingen staat een toelichting voor het opzetten van een werkplan.
Verboden en voorwaarden
In het algemeen geldt dat het verboden is afvalwater dat bij deze werkzaamheden ontstaat te lozen in:
- de bodem of
- rioolstelsels, zowel vuilwaterriool als hemelwaterstelsels.
Lozing op het oppervlaktewater is toegestaan als het werkplan wordt gevolgd.
Maatwerk
Het lozingsverbod op het riool is via maatwerkvoorschrift (artikel 2.2 Activiteitenbesluit) aan te passen. Maar alleen als het gaat om gevelreiniging en graffitiverwijdering (Artikel 3.6a, lid 5 AB).
Controle aspecten
- Na binnenkomen van de melding de volledigheidstoets uitvoeren
- wat voor soort werkzaamheden vinden er plaats?
- Is er een werkplan?
- zijn de aangebrachte voorzieningen en genomen maatregelen in overeenstemming zijn met de uitgevoerde werkzaamheden?
- is zoveel mogelijk voorkomen dat stoffen en afvalwater in het oppervlaktewater terecht komt?
- Is er een werkplan aanwezig bij sloop, renovatie of nieuwbouw projecten(artikel 3.6b derde lid activiteitenbesluit).
- Is de gebruikte lozingsroute in overeenstemming zijn met de uitgevoerde werkzaamheden; wordt het afvalwater volgens werkplan:
- opgevangen en afgevoerd?
- geloosd op oppervlaktewater?
- Is er visuele verontreiniging zichtbaar in het oppervlaktewater.