Luchtvoorschriften voor motorrevisie: proefdraaien
De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A en B.
Het gaat om proefdraaien van verbrandingsmotoren vanwege motorrevisie en het proefdraaien tijdens onderhoud of reparatie van een verbrandingsmotor of motorvoertuig. Ook het proefdraaien dat vereist is voor de APK valt hieronder.
Onder deze activiteit vallen niet:
- het starten en stoppen van een motorvoertuig om te laten zien dat hij het doet
- het opwarmen van een dieselmotor
- het onderhoud aan een elektromotor.
Verbod op activiteiten in de buitenlucht
Het is verboden om deze activiteit buiten het bebouwde deel van de inrichting uit te voeren. Dit mag wel als het te bewerken object zo groot is, dat binnen uitvoeren niet mogelijk is. In dat geval moet de uitstoot geminimaliseerd worden.
Dit verbod geldt niet voor het proefdraaien van motoren in boten.
Afvoer bovendaks
Het doel van artikel 4.96 van de Activiteitenregeling is voorkomen dat de ventilatielucht uit de werkplaats onvoldoende wordt verpreidt. Dit voorkomt in een groot aantal gevallen (stof)overlast bij gevoelige gebouwen.
Het bedrijf moet emissies naar de buitenlucht bovendaks en omhoog gericht afvoeren. Dit voorschrift geldt als er binnen 50 meter van het afvoerpunt gevoelige gebouwen liggen. Dit voorschrift geldt niet voor gevoelige gebouwen op een gezoneerd industrieterrein of bedrijventerrein met minder dan 1 gevoelig gebouw per hectare. Ook geldt dit voorschrift niet voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Voorwaarde is wel dat het bedrijf zijn activiteit niet gewijzigd heeft.
In het belang van de luchtkwaliteit kan het bevoegd gezag bij maatwerk voorschriften stellen aan de ligging en uitvoering van het afvoerpunt. Dit is ook mogelijk voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Een voorbeeld van een maatwerkvoorschrift is het verhogen van de afvoerhoogte om te zorgen voor een betere verspreiding van afgezogen dampen en gassen.
Geur
Deze activiteit kan geurhinder veroorzaken. In artikel 4.84 lid 5b verwijst het Activiteitenbesluit naar eisen in de Activiteitenregeling voor het voorkomen of beperken van geurhinder. Maar in de Activiteitenregeling zijn geen voorschriften opgenomen om specifiek geurhinder te voorkomen. Wel staat er een algemeen voorschrift met als doel het doelmatig verspreiden van emissies naar de buitenlucht.
Daarom kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften voor geur stellen op basis van artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit. Meer informatie staat op de pagina Afdeling 2.3 - geurvoorschriften van de Handleiding geur.