Lozingsvoorschriften vellenoffset

Binnen de grafische industrie worden verschillende druktechnieken toegepast. Afhankelijk van de techniek en de hierbij toegepaste stoffen kunnen verontreinigende stoffen in het afvalwater terecht komen. Dit deel richt zich op de vellenoffset.

Vindplaats

De voorschriften voor het lozen van afvalwater afkomstig van de verschillende druktechnieken zijn opgenomen in § 4.7.3 van het Activiteitenbesluit, specifiek:

  • Vellenoffset: artikelen 4.94b (lozen in het vuilwaterriool) en 4.94c (verbod op het gebruik van chroom).

Met de wijziging van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2013 is een nota van toelichting opgenomen.

Verboden en voorwaarden

Voor druktechnieken, waaronder vellenoffset, geldt een verbod op het in het vuilwaterriool lozen van hulpstoffen met een saneringsinspanning A zoals bedoeld in het CIW-document: "Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water" (de Algemene Beoordelings Methodiek). Het afvalwater afkomstig van het reinigen van rubberdoeken en drukvormen van vellenoffsetpersen bevat, voor vermenging met ander afvalwater, niet meer dan 200 milligram olie per liter in enig steekmonster. Voor de offset drukkerijen geldt een verbod op het gebruik van chroomhoudende middelen.

Er geldt een lozingsverbod voor gevaarlijke afvalstoffen. Van gevaarlijk afval is sprake bij het met organische peroxiden schoonmaken van inkten op oplosmiddelbasis. Dit afval moet dus apart worden afgevoerd.

BBT

Offset

Onder offset drukken wordt verstaan, het bedrukken van papier of karton met behulp van aluminium of kunststof offset-platen. Bij vellenoffset druktechniek wordt gedrukt op losse vellen. Emissies van chroom naar water moeten met de beste bestaande technieken worden bestreden. De beste bestaande techniek voor deze processen betreft echter het gebruik van middelen zonder chroom. Deze BBT-maatregel is, in de vorm van een lozingsverbod voor chroomhoudende middelen, in de voorschriften voor de vellenoffset vastgelegd.

Waterloze offset kan worden beschouwd als een BBT maatregel. Waar nog vochtwater met daarin isopropylalcohol voorkomt, zal moeten worden beoordeeld of het binnen de bedrijfsspecifieke situatie mogelijk is om het gebruik van isopropylalcohol te beëindigen.

Het grootste deel van de offsetbedrijven maakt gebruik van aluminium- en kunststofplaten. Omdat het vervaardigen van offsetplaten anders dan van aluminium of kunststof sporadisch voorkomt bij bedrijven in de vellenoffset en daarnaast zo divers is dat het stellen van generieke voorschriften niet mogelijk is, zijn hiervoor geen voorschriften in het Activiteitenbesluit opgenomen. Het bevoegd gezag heeft wel de mogelijkheid om op grond van de zorgplichtbepaling voor deze bijzondere platen maatwerkvoorschriften te stellen.

Controleaspecten

  • Is productinformatie (veiligheidsinformatiebladen) van de in de drukkerij gebruikte grondstoffen en hulpstoffen aanwezig en wordt getoetst aan de ABM methode (Algemene Beoordelings Methodiek)?
  • Worden gevaarlijke afvalstoffen afgevoerd naar een erkende verwerken en niet geloosd?
  • Worden er waar mogelijk watergedragen verven toegepast?
  • Worden er bij vellenoffset drukkerijen geen chroomhoudende hulpstoffen meer toegepast?
  • In uitzonderingsgevallen: neem een monster uit de controlevoorziening. Bij de offset drukkerijen kan dit monster worden getoetst aan de lozingsseis van 200 mg/l voor minerale olie.