LPG aan het wegverkeer

Vanaf 1 januari 2016 staan de regels voor het afleveren van LPG aan het wegverkeer in paragraaf 5.3.1 van het Activiteitenbesluit en paragraaf 5.7.1 van de Activiteitenregeling. Aandachtspunten hierbij zijn:

  • De inhoud van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer (oud) (hierna: Besluit LPG-tankstations) is in het Activiteitenbesluit opgenomen.
  • LPG-tankstations blijven vergunningplichtig.
  • Met de verwijzing naar de nieuwe versie van de PGS 16 (2010) is aangesloten bij de meest recente ontwikkelingen in de techniek.
  • In de regelgeving wordt meer dan in de oude systematiek naar de PGS 16 verwezen.
  • De grens van de opslag van LPG sluit aan bij de drempelwaarde van 50 ton van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (hierna: Brzo).
  • Er zijn geen eisen gesteld aan de LPG-tankwagens. Veiligheidseisen voor de LPG-tankwagen zijn vastgelegd in het ADR.
  • De externe afstandseisen uit de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) blijven gelden.
  • Afleverautomaten (onbemand tanken) zijn uitvoeriger dan eerst geregeld.
  • Het vullen van wisselreservoirs (en gasflessen) is verboden.
  • Tanken voor voertuigen met ingebouwde LPG-installaties voor verwarming is toegestaan.
  • De minimale afstand tussen het vulpunt en het reservoir tot de riolering is 5 meter in plaats van 15 meter.
  • Er zijn geen regels voor explosieveiligheid samenhangend met arbeidsomstandigheden opgenomen.

Activiteitenregeling

In de Activiteitenregeling staan voorschriften voor de constructie van de LPG-afleverinstallatie, de keuringen, controle en onderhoud van de LPG-installatie en de daarbij behorende bedrijfsvoering, de afstanden van de LPG-afleverinstallatie tot objecten binnen de inrichting, het lossen van de LPG-tankwagen en het afleveren van LPG.

Daarbij is een onderverdeling in de volgende vijf hoofdonderwerpen gemaakt:

  • eisen aan de constructie, plaatsing en uitvoering van de LPG-afleverinstallatie
  • keuringen, controle en onderhoud van de LPG-afleverinstallatie
  • bedrijfsvoering
  • aflevering met een LPG-afleverautomaat
  • Interne afstanden LPG-afleverinstallatie en LPG tankwagen

Constructie, plaatsing en uitvoering van de LPG-afleverinstallatie

In de Activiteitenregeling staan eisen voor het reservoir en wordt verwezen naar de PGS 16.

Het gaat om de volgende voorschriften van de PGS 16:

  • 4.7.1 tot en met 4.7.10 (uitvoering van het reservoir)
  • 4.9.6 tot en met 4.9.9 (hekwerk)
  • 4.6.1 tot en met 4.6.6 (plaatsing)
  • 2.3.3 tot en met 2.3.8, 2.4.1 tot en met 2.4.11, 4.5.1 tot en met 4.5.10 en 4.8.1 tot en met 4.8.11 (uitvoering)

Het uitgangspunt is dat een reservoir dat onderdeel uitmaakt van een LPG-afleverinstallatie ondergronds of ingeterpt geïnstalleerd moet zijn. Hiervan mag alleen worden afgeweken als er voor 1 juli 1984 een vergunning volgens de Hinderwet is verleend. Dit staat in artikel 5.56, vijfde lid.

Als het een bovengronds reservoir is moet een grotere afstand worden aangehouden tot externe objecten, zoals opgenomen in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (hierna: Revi), dan voor een ondergronds of ingeterpt reservoir. In artikel 5.58 van de Activitietenregeling zijn de voorschriften voor bovengrondse opslag van LPG opgenomen.

Keuringen, controle en onderhoud van de LPG-afleverinstallatie

De Activiteitenregeling verwijst naar de volgende voorschriften van de PGS 16:

  • 3.3.1, 3.3.2, 3.3.5 tot en met 3.3.8 en 5.2.1 tot en met 5.2.3 (keuring, controle en onderhoud)
  • 3.4.2 en 3.4.3 (installatieboek bedrijfshandleiding en logboek)
  • 3.4.4 (logboek gegevens)

Bedrijfsvoering

In de Activiteitenregeling staan eisen over:

  • de toezichthoudende persoon die binnen de inrichting aanwezig is (art. 5.67)
  • instructies bij calamiteiten, en het veiligheidsinformatieblad (art. 5.68)
  • het afleveren van LPG (art. 5.73)
  • het afleveren onder toezicht (art. 5.69)
  • de verlichting (art. 5.71)
  • de bebording / pictogrammen met waarschuwingsteksten op de afleverzuil (art 5.75)
  • het koppelen afleverslang aan voertuig (art. 5.76)
  • het verbod op roken en geen vuur binnen 5 meter van de afleverzuil en afleverslang (art. 5.77)
  • het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van het reservoir (art. 5.78)

Verder gelden de volgende voorschriften van de PGS 16:

  • 4.9.10 en 4.9.11 (aanwezigheid blustoestel)
  • 5.4.1 (werkzaamheden aan het reservoir)
  • 5.4.2 en 5.4.3 (ingassen / ontgassen van het reservoir)
  • 5.4.4 (verwisselen dompelpomp van het reservoir)
  • 5.4.5 (verwisselen veerveiligheid van het reservoir)
  • 4.7.11 (eisen aan reservoir en afsluiters)

Verbodsbepaling voor het vullen van gasflessen EN LPG wisselreservoirs!

Het verbod op het vullen van gasflessen geldt nu ook voor LPG wisselreservoirs. (art. 5.74) Het vullen van deze beide typen flessen vindt veiliger plaats bij gasflesvulstations.

Aflevering met een LPG-afleverautomaat

Het gaat hierbij om een afleverzuil waarbij zonder direct toezicht kan worden getankt. Wel moet er een toezichthoudende persoon binnen 3 minuten na een oproep aanwezig zijn. Ook kunnen er alleen geregistreerde afnemers, door een identificatievoorziening, van de afleverautomaat gebruik maken (Activiteitenregeling artikelen 5.79 tot en met 5.84).

Artikel 5.80 van de Activiteitenregeling gaat over de uitvoering van de automaat en verwijst naar de volgende voorschriften van de PGS 16:

  • 2.1 De technische uitvoering van de automaat
  • 2.2 eisen als er geen levering plaatsvindt
  • 2.3 eisen voor buiten bedrijf gestelde automaat

Interne afstanden LPG-afleverinstallatie en LPG tankwagen

Afstanden van de LPG-afleverinstallatie tot objecten binnen de inrichting en eisen aan de opstelplaats van de LPG-tankwagen voldoen aan de artikelen 5.86 en 5.87 van de Activiteitenregeling. Hierin staat een verwijzing naar tabel 4 (pdf, 62 kB) en de volgende voorschriften van de PGS 16:

Algemeen

  • 4.2.1 rioolput
  • 4.2.3 andere bovengrondse LPG-reservoirs
  • 4.2.4 bovengrondse opslag gevaarlijke stoffen

Afstanden tussen LPG-reservoir en interne objecten

  • 4.2.5 verkoopruimte, erfscheiding of inrichtingsgrens
  • 4.2.6 aflevertoestellen
  • 4.2.7 tot de inrichting behorend gebouw of bedrijfswoning
  • 4.2.9 opstelplaats tankwagen
  • 4.2.10 andere ondergrondse reservoirs

Afstanden tussen aflevertoestel en interne objecten

  • 4.2.11 tot de inrichting behorend gebouw of bedrijfswoning
  • 4.2.12 erfscheiding of inrichtingsgrens

Afstanden tussen vulpunt en interne objecten

  • 4.2.13 tot de inrichting behorend gebouw of bedrijfswoning en erfscheiding of inrichtingsgrens
  • 4.2.14 aflevertoestel

Opstelplaats LPG-tankwagen

  • 4.2.15 afstand tot vulpunt tijdens lossen
  • 4.2.16, 4.2.19 wegrijrichting
  • 4.2.17, 4.2.19 geen hinder voor overig verkeer
  • 4.2.18, 4.2.19 toegankelijkheid inrichting voor tankwagen
  • 4.2.20 en 4.2.21 afstand tot de inrichting behorend gebouw of bedrijfswoning
  • 4.2.22 afstand tot aflevertoestel
  • 4.2.23 overgangsrecht
  • 5.3.3 afstand tot een andere tankwagen die motorbrandstoffen lost.

Vragen en antwoorden

Mogen drukhouders voor LPG, die als losse tank (al dan niet aan particulieren) worden verkocht, bij een LPG-tankstation worden gevuld?


nadere informatie over Bevi/Revi voor LPG-tankstations

algemeen Bevi/Revi apsecten

nadere informatie over Bevi/Revi voor LPG tankstations

Circulaire effectafstanden


LPG tankstation

LPG-tankstation: inrichting voor het afleveren van LPG aan motorvoertuigen voor het wegverkeer

LPG afleverinstallatie

LPG-afleverinstallatie: reservoir inclusief de leidingen, appendages en toebehoren, de afleverzuilen en het vulpunt van het reservoir