Afwijken van de meetvoorschriften
Bij grote stookinstallaties is het in een aantal gevallen mogelijk af te wijken van de algemene meetverplichtingen. Er geldt dan geen meetverplichting of er is een eenvoudiger alternatief toegestaan.
De volgende uitzonderingen gelden op algemene meetverplichtingen:
- Ter vervanging van het meten van zwaveldioxide is het in bepaalde gevallen toegestaan de concentratie te bepalen uit het zwavelgehalte in de brandstof, volgens Activiteitenregeling, artikel 5.3, lid 4.
- Bij aardgasgestookte installaties is geen meting van de concentratie van zwaveldioxide nodig.
- De stofemissie bij aardgasgestookte installaties hoeft niet continu gemeten te worden, maar mag vervangen worden door halfjaarlijkse periodieke meting, volgens Activiteitenregeling, artikel 5.3, lid 3.
Zwavelgehalte bepalen in brandstof
In bepaalde gevallen is het toegestaan de meting van zwaveldioxide te vervangen door de concentratie te bepalen op basis van zwavelgehalte in de brandstof, volgens Activiteitenregeling, artikel 5.3, lid 4, te weten bij:
- oliegestookte installaties wanneer er geen ontzwaveling van het afgas is
- biomassastook waarbij aantoonbaar de uitstoot onder de emissie-eis blijft
Het zwavelgehalte in de brandstof stelt de meetinstantie vast volgens artikel 5.5 van de Regeling brandstoffen luchtverontreiniging
Meting van zwaveldioxide bij aardgasstook
Bij aardgasgestookte installaties is er geen bepaling van de concentratie zwaveldioxide nodig, omdat is vastgesteld dat het zwavelgehalte in aardgas zodanig is dat de grenswaarde niet overschreden kan worden.