Lucht en mestvergisting
De voorschriften om emissies naar de lucht te voorkomen en te beperken bij het kleinschalig vergisten van mest staan in paragraaf 3.5.10 van het Activiteitenbesluit.
Vergistingstank
Een vergistingstank wordt gesloten (gasdicht) uitgevoerd en is voorzien van een overdrukbeveiliging (artikel 3.129d lid 1 Activiteitenbesluit). Bij een normale bedrijfsvoering zullen er daardoor geen emissies naar de lucht zijn. De overdrukbeveiliging zorgt dat de druk in het systeem niet te hoog op kan lopen. Als er een emissie ontstaat, is dat bij de overdrukbeveiliging.
De emissies bij de overdrukbeveiliging mogen alleen in noodgevallen (artikel 3.129d lid 3 Activiteitenbesluit). Een vergister heeft normaal gesproken een constante voeding en een constante gasproductie. Het is dus mogelijk dit goed op elkaar af te stemmen. Dit voorkomt emissies bij normale bedrijfsvoering. Regulier onderhoud is geen incident en mag niet leiden tot afblazen via de overdrukbeveiliging.
Bewerken van vergistinggas
Bij de opwerking van vergistinggas wordt kooldioxide uit het vergistinggas verwijderd. Kooldioxide is verstikkend en verspreid slecht. Afvoer van de afgassen moet daarom bovendaks en omhoog gericht zijn (artikel 3.102f Activiteitenregeling). Dit zorgt voor een betere verspreiding van de afgassen.