Luchtvoorschriften voor installaties voor doorvoeren, bufferen of keren van rioolwater

In een gebouw met een rioolgemaal vindt meestal geen ventilatie plaats. Is er wel sprake van ventilatie, dan kunnen de vrijkomende dampen geurhinder veroorzaken. Geurhinder bij rioolgemalen kan ook ontstaan bij onderhoud aan het gemaal.

Afvoerpijp

De afvoerpijp van een gebouw met een rioolgebouw is bovendaks en voert de emissies omhooggericht af. Dit voorschrift geldt als binnen 50 meter van het emissiepunt gevoelige gebouwen liggen.

Deze eisen gelden niet als het bedrijf zich bevindt op een gezoneerd industrieterrein of op een bedrijventerrein met minder dan één gevoelig gebouw per hectare.

Onderhoud van het rioolgemaal

Het bedrijf houdt het rioolgemaal in goede staat van onderhoud. Bij onderhoudswerkzaamheden moet het bedrijf maatregelen treffen om geurhinder bij gevoelige gebouwen te voorkomen of te beperken. Het bevoegd gezag kan de hier bedoelde maatregelen in een maatwerkbesluit concretiseren.

Maatwerk voor geur

Als sprake is van onaanvaardbare geurhinder kan het bevoegd gezag in een maatwerkbesluit een hogere afvoerhoogte eisen. Ook kan het bevoegd gezag eisen stellen aan te treffen maatregelen als onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden.

Bij besluitvorming hierover betrekt het bevoegd gezag de geuraspecten uit artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbesluit. Meer informatie hierover staat in de handleiding geur.

Overgangsrecht geur

Het geurvoorschrift (afvoerpijp) geldt niet voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Wel kan het bevoegd gezag ook aan deze bedrijven aanvullend maatwerk stellen. Voorwaarde is wel dat overschrijding van het aanvaardbaar hinderniveau voor geur plaatsvindt.


rioolgemaal