Stap 4c Wel nageschakelde techniek maar geen hergebruik
In een andere iets meer complexe situatie gebruikt het bedrijf bij de betreffende activiteit wel een nageschakelde techniek, maar is er geen sprake van hergebruik (zie figuur 4).
Zie stap 5 voor definities en uitleg over alle gebruikte stromen in de figuur.
Figuur 4 Wel nageschakelde techniek maar geen hergebruik van oplosmiddelen
Formules voor berekening basisgegevens
- Verbruik: I1
- Input: I1
- Diffuse emissie (F): I1 - O1 - O5 - O6 - O7of gelijkwaardige methode (zie Hoofdstuk 4.5)
- Totale emissie: O1 + F = I1 - O5 - O6 - O7of gelijkwaardige methode
In deze situatie zullen bedrijven vaak kiezen voor toetsing aan de totale emissiegrenswaarden of aan de afzonderlijke emissiegrenswaarden voor afgassen en diffuse emissies. De input, diffuse emissie en totale emissie kunnen in de hier besproken situatie worden berekend met behulp van de formules die bij figuur 4 zijn weergegeven. Ook de afgasconcentratie moet in deze situatie in ieder geval éénmalig worden vastgesteld.
Of het noodzakelijk is ook de overige basisgegevens (beoogde emissie, referentie-emissie en hoeveelheid product) te berekenen, hangt af van het regime dat het bedrijf kiest om aan te tonen dat men voldoet. De wijze van berekenen van deze basisgegevens wordt daarom niet hier uiteengezet, maar bij de verschillende regimes (Regime 1, 2, 3 of 4).
Gegevens die in elke oplosmiddelenboekhouding terugkeren, zijn de hoeveelheid ingezette VOS (I1), de hoeveelheid VOS die door de afgaszuivering wordt vernietigd/ verwijderd (O5), de hoeveelheid VOS in afval (O6), en (bij de activiteiten 1, 17, 18 en 20 de hoeveelheid oplosmiddel in het product (O7).
De afgasemissie (O1) is vaak nodig om de diffuse emissies te berekenen. Voor een correcte bepaling van O1, O5, O6 en O7 verwijzen we naar stap 5: Bepaling van de afzonderlijke stromen. Zie hoofdstuk 3.2 voor de berekening van I1.