Geluid in 't kort - Windturbines
De uitleg op deze pagina geldt voor windturbines met een rotordiameter groter dan of gelijk aan 2 m (categorie 20.2, bijlage I Bor). Een windturbine is binnen het Activiteitenbesluit een apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind.
De belangrijkste regels voor geluid van windturbines in het Activiteitenbesluit hebben betrekking op:
- Melding en Akoestisch rapport
- Beschermingsniveau
- Mogelijkheden voor maatwerk
- Overgangsrecht
- Gezoneerd industrieterrein
Op de webpagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.
Melding en akoestisch rapport
Vier weken voor oprichting of verandering van een inrichting moet de inrichtinghouder een melding doen bij het bevoegd gezag. Bij verandering is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Meer informatie over de melding staat onder "Melding en Activiteitenbesluit internetmodule".
In de volgende gevallen is een akoestisch onderzoek bij een melding voor het oprichten of veranderen van een inrichting verplicht of kan het bevoegd gezag er om vragen:
- Inrichting met aangewezen activiteiten (artikel 1.11)
- Inrichting op een gezoneerd industrieterrein
- Inrichting met een zeer reële kans op geluidhinder
Windturbines zijn aangewezen in artikel 1.11 en moeten een akoestisch rapport bij de melding voegen. Voor windturbines zijn de regels voor het akoestisch onderzoek vastgelegd in de "Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer" (artikelen 3.14a t/m 3.14e: eisen akoestisch onderzoek en Bijlage 4: Reken- en meetvoorschrift windturbines).
Beschermingsniveau
Het beschermingsniveau tegen geluidhinder van windturbines is geregeld in paragraaf 3.2.3 "In werking hebben van een windturbine".
Het Activiteitenbesluit biedt aan een beperkt aantal objecten bescherming. Het gaat om gevoelige gebouwen (waaronder woningen) en gevoelige terreinen. Het Activiteitenbesluit sluit hierbij aan bij het begrippenkader uit de Wet geluidhinder.
Dit toetsingskader geldt voor windturbines of een combinatie van windturbines. Een windturbine is in art. 1.1 gedefinieerd als: "een apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind". Het beschermingsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen en bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein bedraagt 47 dB Lden en 41 dB Lnight.
Bij het toepassen van de waarden voor windturbines gelden de volgende opmerkingen:
- Beoordelingsgrootheden: Lden en Lnight gedefinieerd in Europese Richtlijn nr. 2002/49/EG over evaluatie en beheersing van omgevingslawaai.
- De grenswaarden staan vermeld in art. 3.14a.
- Beoordelingsperioden: gewogen sommatie van alle dag-, avond- en nachtwaarden van een jaar (Lden) en alle nachtperioden van een jaar (Lnight).
- Een akoestisch onderzoek en de metingen van de geluidemissie ter bepaling van de bronsterkte van een windturbine of een combinatie van windturbines worden uitgevoerd overeenkomstig de bij ministeriële regeling te stellen eisen.
N.B. Bij windturbines die onderdeel uitmaken van een vergunningplichtige inrichting geldt ook het beschermingsniveau uit paragraaf 3.2.3. van het Activiteitenbesluit. Het geluid van windturbines is volledig geregeld met de voorschriften uit het Activiteitenbesluit. De geluidvoorschriften uit de omgevingsvergunning milieu zijn niet van toepassing op windturbines.
De hiervoor genoemde grenswaarden gelden niet, deels of onder voorwaarden in de volgende gevallen:
Crisis en herstelwet
Met Besluit Uitvoering Chw is het voor mini-windturbines op een aantal bedrijventerreinen mogelijk gemaakt om af te wijken van de Wabo (verbod op bouwen zonder omgevingsvergunning) en van het Activiteitenbesluit (o.a. geluidsnormering).
Mogelijkheden voor maatwerk
In het Activiteitenbesluit is specifiek voor windturbines een mogelijkheid voor individueel maatwerk opgenomen. Het gaat om het vaststellen van andere waarden (art. 3.14a lid 2 en lid 3).
Cumulatie van verschillende windturbines kan leiden tot een hogere geluidsbelasting op de gevel van gevoelige gebouwen of op de grens van gevoelige terreinen dan wenselijk wordt geacht. In dat geval kan het bevoegd gezag normen met een lagere waarde voorschrijven aan een of meer windturbines die een bijdrage leveren aan de geluidsbelasting ter plaatse. Afhankelijk van de omstandigheden kan de norm zowel aan bestaande windturbines als aan de nieuw te vestigen windturbines opgelegd worden. Al vereist het eerste geval wel een extra aandacht bij de motivering.
Het bevoegd gezag houdt dus bij voorkeur rekening met de te verwachten ontwikkelingen. De geluidsbelasting van bestaande windturbines waarvoor voor 1 januari 2011 een vergunning in werking en onherroepelijk was of een melding was gedaan, wordt hierbij niet meegerekend (art. 3.14a lid 5).
Het bevoegd gezag kan volgens art. 3.14a lid 3 in een concreet geval een andere waarde voorschrijven, als bijzondere lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven. Wat deze bijzondere lokale omstandigheden zijn, wordt niet nader genoemd in de toelichting bij het Activiteitenbesluit.
Maatwerk kan ook gelden op basis van het overgangsrecht.
Overgangsrecht geluid
In art. 3.14a lid 4 is de mogelijkheid opgenomen bij ministeriële regeling maatregelen voor te schrijven voor een windturbine of een combinatie van windturbines waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van art. 3.14a een vergunning in werking en onherroepelijk was of een melding was gedaan volgens art. 1.10. Van deze mogelijkheid is nog geen gebruik gemaakt.
Is er sprake van cumulatie van geluid als gevolg van een andere windturbine of een combinatie van windturbines? Dan kan volgens art. 3.14a lid 2 het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift normen met een lagere waarde vaststellen ten aanzien een van de windturbines of een combinatie van windturbines.
In art. 3.14a lid 5 is opgenomen dat bij de toepassing van artikel 3.14a lid 2 geen rekening wordt gehouden met een windturbine of een combinatie van windturbines die behoort tot een andere inrichting waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel een vergunning in werking en onherroepelijk was of een melding was gedaan volgens art. 1.10.
Windturbines op een gezoneerd industrieterrein
De geluidbelasting van windturbines op een gezoneerd industrieterrein blijft buiten beschouwing bij het toetsen aan de zone. Dit volgt uit artikel 1b van de Wet geluidhinder.
Met de inwerkingtreding van de vierde tranche van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2016 gelden de grenswaarden voor windturbines niet langer bij woningen op een gezoneerd industrieterrein.
Meer informatie
Op de webpagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.