Geluid in 't kort: Betonbedrijven
De uitleg op deze pagina geldt voor betonbedrijven. Betonbedrijven zijn inrichtingen voor het winnen, vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van betonmortel of betonwaren.
Een deel van de betonbedrijven zijn aangewezen als 'grote lawaaimakers'. Voor deze bedrijven geldt dat zij naast een melding Activiteitenbesluit ook een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) moeten aanvragen:
De belangrijkste regels voor geluid van betonbedrijven in het Activiteitenbesluit hebben betrekking op:
Op de webpagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.
OBM Betonbedrijven
Een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) geldt voor een deel van de betonbedrijven, de zogenoemde 'grote lawaaimakers'. De in de Wgh aangewezen 'grote lawaaimakers' waarvoor een OBM nodig is zijn bedrijven voor het produceren van:
- Betonmortel (cement- of betonmortel) met een capaciteit van 100.000 kg per uur of meer;
- Betonproducten (cement- of betonwaren) met behulp van persen, triltafels of bekistingstrillers met een capaciteit van 100.000 kg per dag of meer.
Deze betonbedrijven moeten naast een melding Activiteitenbesluit een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets aanvragen bij het bevoegd gezag. Deze inrichtingen hebben toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen starten met de activiteiten. Deze "toestemming vooraf" wordt genoemd: Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM).
Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM bestaat uit een toestemming of een weigering. Het bevoegd gezag kan geen voorschriften aan de OBM verbinden. Voor meer informatie zie: Omgevingsvergunning beperkte milieutoets.
Melding en akoestisch rapport
Vier weken voor oprichting of verandering van een inrichting moet de inrichtinghouder een melding doen bij het bevoegd gezag. Bij verandering is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Meer informatie over de melding staat onder "Melding en Activiteitenbesluit internetmodule".
In de volgende gevallen is een akoestisch onderzoek bij een melding voor het oprichten of veranderen van een inrichting verplicht of kan het bevoegd gezag er om vragen:
- Inrichting met aangewezen activiteiten (artikel 1.11)
- Inrichting op een gezoneerd industrieterrein
- Inrichting met een zeer reële kans op geluidhinder
Alle betonbedrijven zijn aangewezen in artikel 1.11 en moeten een akoestisch rapport bij de melding voegen.
Een deel van de betonmortelcentrales zijn aangewezen als grote lawaaimakers. Voor deze inrichtingen gelden aanvullende eisen voor het akoestisch rapport. Een akoestisch rapport dient het materiaal te leveren waarop het bevoegd gezag zijn oordeel kan baseren of:
- het oprichten of veranderen van de inrichting binnen de geluidszone past
- de inrichting in een representatieve bedrijfssituatie aan de geluidsgrenswaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau kan voldoen.
Als uit het akoestisch rapport voor betonbedrijven, die zijn aangewezen als grote lawaaimaker, blijkt dat het bedrijf niet aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder kan voldoen moet de OBM geweigerd worden of moeten bij maatwerkvoorschrift aangepaste geluidseisen gesteld worden, zodat aan de normen voor de geluidszone wordt voldaan.
Beschermingsniveau
Het beschermingsniveau tegen geluidhinder is geregeld in Afdeling 2.8 Geluidhinder. Het Activiteitenbesluit geeft doelvoorschriften voor geluid. De voorschriften zijn doorgaans van toepassing op het bedrijf als geheel en niet op afzonderlijke activiteiten. Het besluit en de ministeriële regeling schrijven geen specifieke geluidsmaatregelen voor.
Het Activiteitenbesluit biedt aan een beperkt aantal objecten bescherming. Het gaat om gevoelige gebouwen (waaronder woningen) en gevoelige terreinen. Het Activiteitenbesluit sluit hierbij aan bij het begrippenkader uit de Wet geluidhinder.
In algemene zin biedt het Activiteitenbesluit bescherming tegen het geluid veroorzaakt door de:
- in de inrichting aanwezige installaties en toestellen
- in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en
- laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting.
Het Activiteitenbesluit bevat voor veel verschillende situaties uitzonderingen. Enkele voorbeelden van activiteiten die voor de beoordeling van het geluid niet worden beschouwd zijn:
- het maximale geluidsniveau van laad- en losactiviteiten in de dagperiode
- het stemgeluid van spelende kinderen op een speelplaats
- het ten gehore brengen van onversterkte muziek tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld
Het Activiteitenbesluit bevat standaard waarden voor het beschermingsniveau tegen geluidhinder. Het gaat om het toegestane langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximale geluidsniveau (LAmax).
Voor betonbedrijven gelden de standaardwaarden uit onderstaande tabel.
|
Periode (uur) |
||
---|---|---|---|
07-19 |
19-23 |
23-07 |
|
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen |
50 |
45 |
40 |
LAr,LT in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen |
35 |
30 |
25 |
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen |
70 |
65 |
60 |
LAmax in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten van in- en aanpandige gevoelige gebouwen |
55 |
50 |
45 |
De waarden in voorgaande tabel gelden niet in alle gevallen. Andere grenswaarden kunnen deels of onder voorwaarden gelden in de volgende situaties:
- In specifieke gebieden:
- Voor specifieke inrichtingen:
- Vergunningplichtige inrichtingen
- Als er maatwerkvoorschriften zijn opgesteld
- Als een gemeentelijke verordening van toepassing is
- Als inrichtingen onder het overgangsrecht vallen
Mogelijkheden voor maatwerk
In het Activiteitenbesluit is een aantal mogelijkheden voor individueel maatwerk opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om:
- Het vaststellen van een hogere of lagere waarde dan de standaard grenswaarde.
- Het aanwijzen van een ander beoordelingspunt dan een geluidsgevoelig object als punt waarop de geluidsnorm geldt.
- Het vaststellen van voorzieningen en gedragsregels om te bereiken dat aan de geluidsnormen wordt voldaan. Bijvoorbeeld het dichthouden van ramen en deuren of aanbrengen van geluidsbegrenzers bij muziekgeluid.
- Het vaststellen van maatwerkvoorschriften om indirecte geluidhinder te voorkomen op grond van de zorgplichtbepaling.
Maatwerk kan ook gelden op basis van het overgangsrecht.
Specifiek
Naast de algemene mogelijkheden voor maatwerk, geldt voor betonbedrijven een specifieke mogelijkheid tot maatwerk vanwege zonebeheer.
Overgangsrecht geluid
In het algemeen geldt dat wanneer geluidsartikelen uit een (vervallen) vergunning strenger of soepeler zijn dan het Activiteitenbesluit, de voorschriften uit de milieuvergunning nog drie jaar na het tijdstip van het van toepassing worden van het Activiteitenbesluit op die inrichting gelden.
Voor het aspect geluid staat het speciale overgangsrecht in Afdeling 2.8.
Voor betonbedrijven die zijn aangewezen als grote lawaaimaker in het kader van de Wet geluidhinder blijven de geluidsvoorschriften uit de (vervallen) vergunning voor onbepaalde tijd als maatwerkvoorschrift gelden (artikel 4.74p1).
Meer informatie
Op de webpagina Geluid in het Activiteitenbesluit vindt u uitgebreide informatie over de geluidsregels in het Activiteitenbesluit.