Veiligheidsvoorschriften voor de opslag van vaste kunstmeststoffen
De pagina Opslag kunstmeststoffen geeft uitleg over de werkingssfeer en over begrippen als verpakking en meststoffengroep. Ook vindt u hier een overzicht van relevante artikelen en paragrafen.
Voor vaste kunstmeststoffen worden de voorschriften voor opslag gegeven in paragraaf 4.1.7 van de Activiteitenregeling. Hierbij wordt verwezen naar de voorschriften uit PGS 7.
PGS 7 beschrijft maatregelen op het gebied van arbeidsveiligheid, brandveiligheid, milieuveiligheid en op het gebied van beveiliging. Dit laatste om te voorkomen dat nitraathoudende kunstmeststoffen kunnen worden misbruikt voor het vervaardigen van explosieven met gevolgen voor mens en milieu.
De opslag van vaste meststoffen behorende tot meststoffengroep 1.1, 1.2, 1.3 moeten vanaf een hoeveelheid van 250 ton voldoen aan artikel 4.34 van de Activiteitenregeling (1e tot en met 5e lid).
Beneden deze hoeveelheid moet de opslag alleen voldoen aan de voorschriften voor beveiliging (artikel 4.34, 3e tot en met 5e lid van de Activiteitenregeling). Ook de opslag van vaste meststoffen behorende tot meststoffengroep 2 hoeft alleen te voldoen aan artikel 4.34 van de Activiteitenregeling (3e tot en met 5e lid).