Op- en overslaginstallaties voor benzine
Leeswijzer
Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit 'Installaties voor de op- en overslag van benzine'. Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?
De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type C.
Deze activiteit staat in hoofdstuk 5 van het Activiteitenbesluit. De activiteiten in hoofdstuk 5 zijn niet integraal geregeld. Dit houdt voor deze activiteit in dat er alleen voorschriften zijn voor het milieuthema lucht. Milieuthema's die niet geregeld zijn in het Activiteitenbesluit, moet het bevoegd gezag opnemen in de omgevingsvergunning.
Uitleg van de activiteit
Onder deze activiteit valt de grootschalige op- en overslag van benzine van en naar 'terminals' en binnen terminals. Dit komt voor bij raffinaderijen en bij onafhankelijke tankopslagbedrijven.
Terminal
De activiteit gaat over opslag in combinatie met overslag bij terminals. De voorschriften zijn van toepassing op de gehele terminal.
Een ‘terminal’ is een inrichting of een gedeelte daarvan voor de op- of overslag van vloeistoffen van en naar mobiele tanks. Een terminal kan bestaan uit meerdere overslaginstallaties en meerdere opslagtanks. Een terminal is dus de gehele overslagplaats waar de overslagactiviteiten plaatsvinden. Terminals die bestemd zijn voor het verhuren van tankcapaciteit aan derden worden wel tankverhuurbedrijven genoemd.
De opslagtanks betreffen hier grote verticale cilindrische opslagtanks met intern of extern drijvende dekken. Mobiele tanks zijn in de praktijk vrachtwagens, tankwagons en schepen.
Een overslaginstallatie is hier een installatie op een terminal waar de vloeistoffen in mobiele tanks worden overgeslagen. Het betreft het geheel van steigers met pompen en installaties voor het transporteren van en naar de mobiele tanks of van de ene opslagtank naar de andere. De dampterugwinningseenheid en het laadportaal (de plaats waar de mobiele tank wordt geladen) zijn onderdeel van de overslaginstallatie.
Afwijkende definitie benzine
In afwijking van andere activiteiten in het Activiteitenbesluit, geldt hier de definitie van benzine volgens artikel 2, onderdeel a, van de 'Benzinerichtlijn' 94/63/EG:
een aardoliederivaat, met of zonder additieven, met een volgens de Reidmethode bepaalde dampdruk van 27,6 kilopascal of meer, dat voor gebruik als brandstof voor motorvoertuigen is bestemd, met uitzondering van vloeibaar petroleumgas (LPG)
Deze definitie is in het kort 'benzine, al dan niet met additieven'. De term ‘benzine’ betreft dus niet alleen de zuivere benzine met de code UN 1203, maar ook andere lichte aardoliedestillaten. Ook vallen stoffen met de code UN 1268 onder deze definitie.
Niet van toepassing
De voorschriften zijn niet van toepassing op:
- gootschalige op- en overslag van vloeistoffen met Vluchtige Organische Stoffen, anders dan benzine
- (kleinschalige) opslag van benzine in bovengrondse tanks buiten terminals
- overslag zonder opslag, zoals van schip naar schip