Bodem- en veiligheidsvoorschriften bovengrondse opslagtanks: Gasolie, smeerolie en afgewerkte olie
Deze pagina wordt niet meer geactualiseerd. Kenniscentrum InfoMil is onderdeel geworden van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Kijk op de IPLO-website voor actuele informatie over de milieubelastende activiteit opslagtank voor vloeistoffen.
Op deze pagina staat een uitleg over de bodem- en veiligheidsvoorschriften voor het opslaan in bovengrondse opslagtanks van:
Op de pagina Opslagtanks bovengronds staan de vindplaats, grenzen van vergunningplicht en een uitleg over begrippen zoals opslagtank en procestank.
Smeerolie en afgewerkte olie
De opslag van smeerolie en afgewerkte olie in bovengrondse tanks is geregeld in Activiteitenbesluit en -regeling paragraaf 3.4.9.
Vanaf 1 januari 2015 zijn voor afgewerkte olietanks bodembeschermende voorzieningen voldoende. Eisen volgens de BRL K903 en PGS 30 gelden niet.
Afgewerkte olie is namelijk geen brandbare vloeistof van ADR klasse 3. Het vlampunt van de gebruikte smeerolie ligt ver boven de 100 graden Celsius. Zelfs als tijdens het gebruik wat brandstof met de olie vermengd raakt, komt het vlampunt van de uiteindelijke afgewerkte olie niet onder de 60 graden Celsius. Het mengen van afgewerkte olie met andere afvalstoffen is verboden.
De artikelen van de Activiteitenregeling voor de opslag van smeerolie, afgewerkte olie en gasolie in bovengrondse tanks zien er als volgt uit:
- Artikel 3.71b lid 2 en 3: verwijzing naar bescherming van bodem en oppervlaktewater
- Artikel 3.71c lid 2: tank en leidingen verkeren in goede staat (dit geldt voor gasolie)
- Artikel 3.71f en 3.71g: voorzieningen ter bescherming van bodem en oppervlaktewater, zie hiervoor de pagina Opslaan bodembedreigende vloeistoffen in bovengrondse tanks. In deze artikelen staat ook de verplichting van het jaarlijks legen van de afgewerkte olietank.
- Artikel 3.71h: bovenstaande voorschriften gelden niet voor bovengrondse opslagtanks die niet op de vloer staan. Via maatwerk kan het bevoegd gezag voorschriften stellen aan de plaats, de constructie, de keuring en bodem- en veiligheidsvoorzieningen van de opslagtank.
Gasolie (diesel)
Naast het bovenstaande overzicht van artikelen van de Activiteitenregeling gelden voor gasolie ook de volgende regels:
Tankcertificaat en installatiecertificaat
In artikel 3.71d van de Activiteitenregeling staat de eis dat een opslagtank met gasolie is geïnstalleerd en wordt onderhouden door een gecertificeerd tankinstallateur, volgens het normdocument BRL K903.
Met deze eis geldt de verplichting voor het beschikbaar hebben van een installatiecertificaat. Omdat een installatiecertificaat niet kan worden afgegeven zonder een tankcertificaat, is de verplichting tot het hebben van een tankcertificaat niet opgenomen als eis.
Een tankcertificaat alleen is niet voldoende, omdat dit certificaat bijvoorbeeld niet het inhoudmeetsysteem, de overvulbeveiliging, de antihevelvoorziening of de locatie van de geplaatste tank omvat.
PGS 30
Een stationaire opslagtank (met bijbehorende leidingen en appendages) voldoet ook aan de in artikel 3.71d van de Activiteitenregeling opgenomen voorschriften van PGS 30: 2011. De voorschriften hebben als doel het veilige gebruik van de installatie te waarborgen. Daarnaast volgen de onderhouds- en keuringseisen uit de PGS 30.
Naast de eisen uit de PGS 30 gelden nog een aantal eisen om de bodem en het oppervlaktewater te beschermen. Zie daarvoor de pagina Opslaan bodembedreigende vloeistoffen in bovengrondse tanks.
Niet op verdieping
Een opslagtank van gasolie staat niet op een verdieping. Bij maatwerkvoorschrift kan het bevoegd gezag toestaan dat een opslagtank wel op een verdieping staat. Er kunnen dan eisen gesteld worden aan de toegankelijkheid van de opslagtank voor brandbestrijding. Het verbod geldt niet voor een opslagtank die is geinstalleerd voor 1 december 2013 en op een verdieping staat. Wel kan het bevoegd gezag ook aan die situatie bij maatwerk eisen stellen aan de toegankelijkheid van de opslagtank voor brandbestrijding.
Maximaal 3 m3 in werkruimte
In een werkruimte of een ruimte met een noodstroomaggregaat heeft de opslagtank van gasolie een maximale inhoud van 3 m3.
Controle op water en bezinksel
De jaarlijkse controle op de aanwezigheid van water in een bovengrondse stalen tank mag worden uitgevoerd door een daartoe getraind persoon, met een waterzoekpasta die wordt aangebracht op de peilstok.
Mobiele opslagtank
De opslag van gasolie in mobiele bovengrondse opslagtanks inclusief de bijbehorende leidingen en appendages, voldoet aan bijlage D van PGS 30.