Opslaan van bodembedreigende, niet gevaarlijke stoffen in bovengrondse tanks
Leeswijzer
Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit 'opslaan van bodembedreigende, niet gevaarlijke stoffen in bovengrondse tanks'. Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?
De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A en B.
In het linkermenu ziet u voor welke milieuthema's bij deze activiteit voorschriften gelden. Onderaan deze pagina vindt u per thema een link naar de uitleg over deze voorschriften.
Uitleg van de activiteit
Deze activiteit betreft bovengrondse tanks waarin bodembedreigende stoffen zijn opgeslagen die niet specifiek genoemd zijn in het Activiteitenbesluit. Voorbeelden hiervan zijn Ad Blue en pekel.
Een opslagtank voor vloeistof is een opslagvoorziening met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate bulk container (IBC) die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR. Meer informatie geeft de pagina Toelichting begrip opslagtank.
Bodembedreigend
De bodembedreigendheid van een stof is af te leiden uit het stoffenschema van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (bijlage 2, deel 3, van de NRB).
Niet van toepassing
De activiteit zoals hier beschreven betreft niet de bovengrondse opslag in tanks van de volgende vloeistoffen:
- PER bij een textielreinigingsbedrijf
- polyesterhars
- smeerolie,afgewerkte olie of gasolie
- organische peroxiden
- bijvoedermiddelen
- drijfmest en digestaat
- kunstmest bij een agrarisch bedrijf
- kunstmest bij een niet agrarisch bedrijf
- andere gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen dan hierboven genoemd
De voorschriften zijn daarnaast niet van toepassing op
- bovengrondse opslagtanks die ingebouwd zijn in een installatie
- procestanks
- intermediate bulk containers (IBC) die voldoen aan hoofdstuk 6.5 van het ADR, dit wordt beschouwd als opslag in verpakking
Delen
Bodembedreigende stof
Activiteitenbesluit, artikel 1.1
bodembedreigende stof: stof die de bodem kan verontreinigen als bedoeld in bijlage 2 van deel 3 van de NRB, en stoffen of mengsels als omschreven in artikel 3 van de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels die de bodem kunnen verontreinigen
Toelichting
De bodembedreigendheid van een stof is af te leiden uit het Stoffenschema van de NRB (zie bijlage 2 deel 3 van de NRB). In het algemeen geldt dat stoffen binnen een bedrijfsmatige activiteit bodembedreigend zijn, tenzij het tegendeel is bewezen. In gezamenlijk overleg tussen bedrijf en bevoegd gezag kan per stof worden vastgesteld of er feitelijk sprake is van een bodembedreigende situatie.
Gevaarlijke stoffen
Activiteitenbesluit, artikel 1.1
gevaarlijke stoffen: stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de International Maritime Dangerous Goods Code
CMR-stoffen
Activiteitenbesluit, artikel 1.1
CMR-stof: stof of preparaat die volgens bijlage I bij Richtlijn nr. 67/548/EEG geclassificeerd is als Kankerverwekkend categorie 1 of 2 of als Mutageen categorie 1 of 2 of als «Voor de voortplanting giftig» categorie 1 of 2.
Toelichting
Aangezien de ADR-indeling uitgaat van acute effecten - en niet van gezondheidseffecten op de langere termijn - kunnen CMR-stoffen in allerlei ADR-klassen voorkomen, of zelfs helemaal niet ADR-geclassificeerd zijn.