Opslaan van gasolie, smeerolie en afgewerkte olie in bovengrondse tanks

Leeswijzer

Deze pagina begint met een uitleg van de activiteit "opslaan van gasolie, smeerolie en afgewerkte olie in bovengrondse tanks". Wat valt hier in het Activiteitenbesluit wel en niet onder?

De voorschriften van deze activiteit zijn van toepassing op inrichtingen type A, B en C.

In het menu links ziet u voor welke milieuthema's bij deze activiteit voorschriften gelden. Onderaan deze pagina vindt u per thema een link naar de uitleg over deze voorschriften.

Uitleg van de activiteit

Gasolie is in de meeste gevallen dieselolie en dat valt onder het begrip vloeibare brandstof.

Bovengrenzen

Deze activiteit is alleen van toepassing op bedrijven waarbij de totale opslagcapaciteit van alle bovengrondse opslagtanks binnen de volgende grenzen blijft:

  • maximaal 150 kubieke meter gasolie en afgewerkte olie in de buitenlucht
  • per opslagruimte maximaal 15 kubieke meter gasolie en afgewerkte olie in inpandige opslagtanks

Bovengrondse opslagtank

Een opslagtank voor vloeistof is een opslagvoorziening met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate bulk container (IBC) die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR. Meer informatie geeft de pagina Toelichting begrip opslagtank.

Onder bovengrondse opslagtank vallen alle opslagtanks behalve ondergrondse opslagtanks. Opslagtanks boven een oppervlaktewaterlichaam en opslagtanks aan boord van een bunkerstation zijn ook bovengrondse tanks. Ladingstanks zijn tanks die constructief onderdeel zijn van een bunkerstation. Deze moeten voldoen aan de eisen in de Binnenvaartwet.

Tanks met afwijkende vormen

Tanks met afwijkende vormen zijn in principe niet toegestaan omdat deze niet voldoen aan de eisen van de PGS 30.


Burgers en olietanks

Voor burgers die huisbrandolie of diesel in een tank opslaan, geldt dat men vanaf 1.000 liter de activiteit moet zien als een "inrichting".


Vloeibare brandstof

Activiteitenbesluit, artikel 1.1

Vloeibare brandstof: Lichte olie, halfzware olie of gasolie als bedoeld in de artikelen 26 van de Wet op de accijns:

  • lichte olie (bijvoorbeeld benzine)
  • halfzware olie (bijvoorbeeld kerosine en petroleum)
  • gasolie (bijvoorbeeld diesel en huisbrandolie)