Luchtvoorschriften bij het mechanisch bewerken van steen of beton
Verbod op activiteiten in de buitenlucht
Het is verboden om deze activiteit buiten het bebouwde deel van de inrichting uit te voeren. Dit mag wel als het te bewerken object zo groot is, dat binnen uitvoeren niet mogelijk is. In dat geval moet de uitstoot geminimaliseerd worden.
Emissies van stof
Bij mechanische bewerking van veel soorten natuursteen en kunststeen ontstaat kristallijn respirabel kwartsstof dat kankerverwekkend is. Om deze redenzijn er eisen vanuit arbo-regelgeving en wordt bij bewerkingen waar dit stof vrijkomt, vaak 'nat' gewerkt of wordt gericht afgezogen.
Bronafzuiging en afvoer
Het bedrijf moet emissies naar de buitenlucht bovendaks en omhoog gericht afvoeren. Dit voorschrift geldt als er binnen 50 meter van het afvoerpunt gevoelige gebouwen liggen. Dit voorschrift geldt niet voor gevoelige gebouwen op een gezoneerd industrieterrein of bedrijventerrein met minder dan 1 gevoelig gebouw per hectare. Ook geldt dit voorschrift niet voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Voorwaarde is wel dat het bedrijf zijn activiteit niet gewijzigd heeft.
In het belang van de luchtkwaliteit kan het bevoegd gezag bij maatwerk voorschriften stellen aan de ligging en uitvoering van het afvoerpunt. Dit is ook mogelijk voor een bedrijf dat al bestond toen het Activiteitenbesluit in werking trad. Een voorbeeld van een maatwerkvoorschrift is het verhogen van de afvoerhoogte om te zorgen voor een betere verspreiding van afgezogen dampen en gassen.
Emissie-eis en erkende maatregelen
Artikel 4.74b van het besluit geeft een emissie-eis voor stof.
De emissiegrenswaarde voor stof is maximaal:
- 5 mg/Nm3 bij een grensmassastroom ≥ 200 g/u
- 50 mg/Nm3 bij een grensmassastroom < 200 g/u
De sommatiemethode is van toepassing.
Als het bedrijf de emissies afzuigt en leidt door een doelmatige filtrerende afscheider voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde van het Activiteitenbesluit. Dit is een erkende maatregel. De filtrerende afscheider:
- is goed gedimensioneerd
- verkeert in een goede staat van onderhoud
- wordt periodiek gecontroleerd
- wordt zo vaak als nodig schoongemaakt en vervangen
De eisen zijn niet van toepassing als de activiteit in de buitenlucht mag plaatsvinden.
Aan de emissie-eis voldoet het bedrijf ook als het
- waterkoeling toepast waarbij geen zichtbare stofvorming optreedt
- de afgezogen stofemissies door een waterwand voert, die goed is gedimensioneerd, in goede staat van onderhoud verkeert, periodiek wordt gecontroleerd en schoongemaakt
Het uitgangspunt is dat het bedrijf met het nemen van de erkende maatregelen uit de Activiteitenregeling voldoet aan de emissiegrenswaarden uit het Activiteitenbesluit. De toezichthouder controleert in dat geval op de aanwezigheid en goede werking van de erkende maatregel.
Heeft het bedrijf de erkende maatregelen niet of onvoldoende uitgevoerd, dan toont het bedrijf aan:
- dat de emissie de emissiegrenswaarde niet overschrijdt
- of dat de emissie niet relevant is
Aantonen kan bijvoorbeeld met metingen of berekeningen. De aantoonplicht volgt uit artikel 2.8 lid 1b van het Activiteitenbesluit. Zie ook de informatie op de pagina Toezicht bij hoofdstuk 3 en 4 activiteiten.
Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid bij maatwerk eisen te stellen aan de controle en onderhoud van de emissiebeperkende techniek of aan de controle van de emissies. Dit volgt uit artikel 2.7 lid 8 en 9 van het Activiteitenbesluit.
Stralen
Om (diffuse) emissies van stof bij het stralen van steen zoveel mogelijk te beperken, moet dit plaatsvinden in een speciaal daarvoor bestemde kast, cabine of ruimte en/of moet gereedschap dat is uitgerust met een geïntegreerde stofafzuiginstallatie worden gebruikt. Het trommelen van steen moet plaatsvinden in een gesloten installatie.
Het is niet altijd redelijk om het stralen te laten plaatsvinden in een speciaal daarvoor bestemde kast, cabine of ruimte. Dit kan het geval zijn als slechts incidenteel wordt gestraald, of wanneer het object dat moet worden gestraald zo groot is, dat het niet mogelijk is om dit in een straalruimte te behandelen.
In dergelijke gevallen kan worden volstaan met het uitvoeren van de straalwerkzaamheden in een gesloten ruimte. De deuren en ramen van deze ruimte mogen niet worden geopend tijdens de straalwerkzaamheden. Na het stralen moet het stof in de ruimte zoveel mogelijk worden opgeruimd, zodat het stof zich niet buiten het bedrijf kan verplaatsen.
Reiniging en ontstoffing van apparatuur en werkruimten moet plaatsvinden met natte werkmethoden of stofzuigers.
Bronafzuiging is bij deze activiteit(en) verplicht, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Het bedrijf moet de afgezogen emissies doelmatig afvoeren. Ruimteafzuiging is ook doelmatige bronafzuiging als de activiteiten in een afgesloten ruimte plaatsvinden.
Voorbeelden van situaties waarbij bronafzuiging niet altijd redelijk is:
- De werkstukken zijn zo groot dat de emissie niet, of zeer slecht, met bronafzuiging bereikbaar is.
- De activiteiten hebben een niet-plaatsgebonden karakter. Hierbij moet het bedrijf de (niet in de apparatuur geïntegreerde) bronafzuiging gemiddeld meer dan 10 keer per uur meeverplaatsen.
- Er is alleen emissie van grof stof, dat zich niet binnen de inrichting verspreid.
- De activiteiten hebben een incidenteel en/of kleinschalig karakter.
- De uitvoering van de activiteiten vindt plaats in een gesloten systeem. Hierbij komen alleen kleine restemissies vrij.