Biomassa als afvalstof verbranden in een stookinstallatie
Stookinstallatie ≤15 MW
Het is volgens het Activiteitenbesluit verboden om biomassa (dat ook een afvalstof is) te verbranden in een stookinstallatie met een thermisch vermogen van 15 megawatt of minder. Behalve als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- het verbranden van biomassa belemmert materiaalhergebruik niet
- de vrijkomende warmte wordt nuttig gebruikt
Er is in elk geval sprake van nuttig gebruik van warmte wanneer de installatie een warmterendement heeft van minimaal 80% op jaarbasis.
Vermelding in het Activiteitenbesluit: artikel 2.14a, lid 1, § 3.2.1, artikel 3.7 (lid 3 en 6), 3.10n
Let op:
Voor het verbranden van biomassa (dat ook een afvalstof is) in een stookinstallatie met een thermisch vermogen van meer dan 15 megawatt is een omgevingsvergunning milieu nodig.
Definitie van biomassa volgens het Activiteitenbesluit
Volgens het Activiteitenbesluit is de definitie van biomassa:
a. producten die bestaan uit plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal dat gebruikt kan worden als brandstof om de energetische inhoud ervan te benutten;
b. de volgende afvalstoffen:
- plantaardig afval uit land- of bosbouw
- plantaardig afval van de levensmiddelenindustrie, indien de opgewekte warmte wordt teruggewonnen
- vezelachtig plantaardig afval afkomstig van de productie van ruwe pulp en van de productie van papier uit pulp, indien het op de plaats van productie wordt meeverbrand en de opgewekte warmte wordt teruggewonnen
- kurkafval
- houtafval, met uitzondering van houtafval dat ten gevolge van een behandeling met houtbeschermingsmiddelen of door het aanbrengen van een beschermingslaag gehalogeneerde organische verbindingen dan wel zware metalen kan bevatten