Vragen en antwoorden Veiligheid en Activiteitenbesluit
In dit dossier staan vragen en antwoorden over Externe Veiligheid in het Activiteitenbesluit.
Resultaten
Wat is de relatie van het Activiteitenbesluit tot het Vuurwerkbesluit?
- Het Vuurwerkbesluit geldt naast het Activiteitenbesluit
Welke afstand vanaf een opslagvoorziening met minder dan 10 ton gevaarlijke stoffen moet aangehouden worden tot externe objecten?
Ja, onder de natuurlijke koudemiddelen in het Activiteitenbesluit worden die koudemiddelen verstaan die geen HFK of (H)CFK zijn.
Paragraaf 1.5 regelt dat gemotiveerd afwijken van de PGS 15 voorschriften mogelijk is in alle gevallen waarbij het niet redelijk is om te voldoen aan de gestelde eisen.
Ja, de viscositeitsregel geldt ook voor opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in verkoopruimten als bedoeld in Activiteitenregeling artikel 4.8. Stoffen waarop de viscositeitsregel van het ADR van toepassing is, vallen niet onder de definitie van ‘gevaarlijke stoffen' in het Activiteitenbesluit. Hiervoor gelden de de eisen uit artikel 4.8 dus niet.
Moeten opslagtanks voor gassen worden gekeurd op grond van het Activiteitenbesluit?
- Opslagtanks voor gassen hoeven niet te worden gekeurd op grond van het Activiteitenbesluit, omdat ze al vallen onder het Warenwetbesluit drukapparatuur. Een uitzondering hierop is de keuring van opslagtanks met propaan.
Ja, een koelinstallatie wordt ten minste eenmaal per kalenderjaar gecontroleerd op het veilig functioneren door een persoon met een vakbekwaamheidscertificaat als bedoeld in PGS 13, NPR 7600 of NPR 7601 .
De drukontlastvoorziening bij een kooldioxide gasfles is een extra uitgang aan de afsluiter van de gasfles. Die uitgang wordt geblokkeerd door een breekplaatje, een schijfje dat bij een bepaalde druk breekt waardoor de inhoud van de gasfles via die opening kan weglekken. Zo wordt ontploffing van de gasfles door overdruk voorkomen.
Ja, de grens voor propaan en butaan voor de vergunningsplicht is op 100 kg gesteld. Voor ammoniak (NH3) is de grens 1.500 kg.
Welke eisen er gelden er voor de opslag van alcohol in verpakking is afhankelijk of sprake is van een gevaarlijke stof. Afhankelijk daarvan en afhankelijk van de grootte van de verpakking zijn de eisen van de PGS 15 wel of niet van toepassing.
Een inrichting waar meer dan 400 kilogram aan bestrijdingsmiddelen wordt opgeslagen, is in beginsel niet meer vergunningplichtig, mits er niet meer dan 10.000 kilogram wordt opgeslagen.
Vergunningplicht voor verpakte gevaarlijke stoffen geldt volgens het Besluit omgevingsrecht (Bor), Bijlage 1, categorie 4.4j:
- meer dan 10 ton per opslagvoorziening (sub j onder 1);
- tijdelijke opslag van meer dan 10 ton per brandcompartiment (sub j onder 2).
Veel tankstations in Nederland kunnen niet aan de interne afstanden uit de PGS 28 voldoen. De verwijzing hiernaar is abusievelijk in art 3.21 van de Activiteitenregeling opgenomen en vervalt per 1 januari 2012.
Het type koudemiddel dat wordt toegepast in een koelinstallatie is van invloed op de vraag of er een melding Activiteitenbesluit nodig is. Voor natuurlijke koudemiddelen gelden andere grenzen dan voor niet-natuurlijke koudemiddelen.
Gevaarlijke stoffen in een verkoopruimte moeten brandveilig opgeslagen worden. Volgens artikel 4.8 van de Activiteitenregeling zijn er drie opties (of een combinatie hiervan) voor een brandveilige opslag van gevaarlijke stoffen en CMR-stoffen in een verkoopruimte.
Is PGS15 ook van toepassing op Kga-depots?
Hoeveel verpakte gevaarlijke stoffen mogen in een voor het publiek toegankelijke verkoopruimte van een bouwmarkt opgeslagen worden?
Klopt het dat de Publicatie Gevaarlijke Stoffen 15 niet voor verkoopruimtes geldt?
Het Activiteitenbesluit is van toepassing bij de gecombineerde opslag van gevaarlijke stoffen en koopmansgoederen en/of aanverwante stoffen boven de 10 ton. Een bedrijf kan een verzoek indienen om via maatwerk deze opslag mogelijk te maken en hierbij gebruik maken van de voorschriften uit hoofdstuk 4 van de PGS 15.
Voor de opslag tot 10.000 kg lithium-ion batterijen zijn er op dit moment nog geen eisen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling beschikbaar. Een overzicht van relevante voorschriften kunt u vinden in de "Handreiking Opslag Li-ion accu's en batterijen".
Voor het afleveren van bio-ethanol gelden dezelfde eisen als voor het afleveren van gewone benzine. Wel moet de toevoeging van bio-ethanol moet duidelijk zijn aangegeven bij de pomp. Afleveren van pure bio-ethanol moet met maatwerk worden geregeld.
Nee, de afstand van 20 m uit artikel 3.30a van het Activiteitenbesluit geldt alleen voor organische oplosmiddelen.
Brandveiligheid wordt voortaan in het Bouwbesluit 2012 geregeld.
Een inrichting waar opslag van munitie plaatsvindt is vergunningplichtig indien meer dan 250.000 patronen worden opgeslagen.
In de detailhandel worden LPG-reservoirs verkocht die specifiek bedoeld zijn voor hervullen. Ook deze reservoirs mogen niet bij een LPG-tankstation hervuld worden.
Wanneer een dieseltank is ingebouwd in een installatie zijn de voorschriften uit het Activiteitenbesluit niet van toepassing.
Een voorziening voor het afvoeren van statische elektriciteit bij ondergrondse tanks met K3- en K4- brandstoffen is meestal niet verplicht.