Voor welke afvalstoffen is het van belang om te weten of deze binnen of buiten de inrichting zijn ontstaan?

Vraag

Voor welke afvalstoffen is het van belang om te weten of deze binnen of buiten de inrichting zijn ontstaan?

Antwoord

De vraag of bedrijven afvalstoffen van buiten de inrichting opslaan of verwerken kan van belang zijn voor het bepalen of de activiteit vergunningplichtig is.

Hieronder ziet u aan de hand van praktische voorbeelden wanneer sprake is van afvalstoffen van buiten de inrichting en welke gevolgen dit heeft.

Via criteria afvalstof of niet valt te bepalen wat een afvalstof is. In de voorbeelden is het uitgangspunt dat de stof als afvalstof is aan te merken volgens de criteria.

Voorbeelden opslag afvalstoffen:

Voorbeeld verwerken afvalstoffen:

Autobanden

Voor het opslaan van ten hoogste 10.000 ton van buiten de inrichting afkomstige banden van voertuig, is een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig (Besluit omgevingsrecht, artikel 2.2a, lid 2 onder c.).

Inzamelbedrijf voor autobanden

Bij een bedrijf dat losse autobanden inzamelt en opslaat is sprake van opslaan van afvalstoffen van buiten de inrichting. Dit bedrijf heeft voor deze activiteit een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

Autodemontagebedrijf

Bij een autodemontagebedrijf is de opslag van autobanden geen opslag van afvalstoffen van buiten de inrichting.

Het is namelijk het autowrak dat als afvalstof buiten de inrichting van het autodemontagebedrijf is ontstaan. De autoband is te beschouwen als een afvalstof die binnen de eigen inrichting van het autodemontagebedrijf ontstaat bij het demonteren van het autowrak.

Een autodemontagebedrijf heeft daarom voor de activiteit "Opslaan van autobanden" geen Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

Voor de activiteit "Demonteren van autowrakken" heeft een autodemontagebedrijf wel een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig (Besluit omgevingsrecht, artikel 2.2a, lid 2 onder d).

Afval van de gezondheidszorg

Voor de opslag van afvalstoffen van de gezondheidszorg bij mens en dier die bestaan uit infectueuze afvalstoffen, lichaamsdelen, organen, cytotoxische of cytostatische geneesmiddelen, afkomstig van buiten de inrichting, is een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig (Bor, artikel 2.2a, lid 2 onder b.).

Inzamelbedrijf voor afval van zorginstellingen

Bij een inzamelaar die afvalstoffen bij zorginstellingen ophaalt en binnen de eigen inrichting opslaat is sprake van opslaan van afvalstoffen van buiten de inrichting.

Het bedrijf heeft voor deze activiteit een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig. Dit geldt alleen als het gaat om infectueuze afvalstoffen, lichaamsdelen, organen, cytotoxische of cytostatische geneesmiddelen.

Zorginstelling of prikpost

Bij een zorginstelling of prikpost die alleen eigen afval van gezondheidszorg opslaat is geen sprake van opslaan van afvalstoffen van buiten de inrichting.

Een zorginstelling of prikpost heeft voor het opslaan van eigen afval geen Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

Olie- en vethoudend afval, dakafval, brandblussers, oplosmiddelen, lege ongereinigde verpakkingen, vloeibare brandstoffen, verwijderd asbest gescheiden gehouden monostromen, gemengd bouw- en sloopafval

Bedrijven die op een locatie buiten de eigen inrichting onderhouds-, reparatie-, installatie- of bouwwerkzaamheden uitvoeren nemen vaak afvalstoffen mee terug naar de eigen inrichting.

Hiervoor is niet altijd een Omgevingsvergunning milieu of Omgevingsvergunning beperkte milieutoets vereist. De afvalstoffen moeten daarvoor voldoen aan de volgende eisen:

De afvalstoffen moeten door eigen werkzaamheden buiten de eigen inrichting zijn ontstaan.

Het gaat om opslag van ten hoogste 50 ton in totaal van de volgende gevaarlijke afvalstoffen (Bor, Bijlage I, Onderdeel C, 28.10, 12°, onder a)

  1. smeervet, afgewerkte olie en olie- en vethoudend afval van onderhoud aan voorzieningen en installaties
  2. teerhoudend of bitumineus dakafval, composieten van teerhoudend of bitumineus dakafval, dakgrind verkleefd met teer of bitumen
  3. brandblussers
  4. organische niet-halogeenhoudende oplosmiddelen
  5. lege ongereinigde verpakkingen van verf, lijm, kit, hars en van overige gevaarlijke stoffen
  6. vloeibare brandstoffen
  7. verwijderd asbest en verwijderde asbesthoudende producten

Het geldt ook voor opslag van ten hoogste 45 kubieke meter van de volgende afvalstoffen, voor zover niet gevaarlijk (Bor, Bijlage I, 28.10, 12°, onder b-c):

  1. gemengd bouw- en sloopafval
  2. afvalstoffen die gescheiden zijn gehouden in stromen die wat betreft aard, samenstelling en concentraties vergelijkbaar zijn

Dit afval mag niet gemengd zijn met gevaarlijke stoffen als asbest of lege ongereinigde verpakkingen van gevaarlijke stoffen.

Onderhoudsbedrijf

Een onderhoudsbedrijf voert werkzaamheden uit aan installaties van klanten. De afgewerkte olie die daarbij ontstaat nemen de werknemers mee terug naar de eigen bedrijfslocatie. Daar wordt de olie tijdelijk opgeslagen in afwachting van afvoer naar een afvalverwerker.

De afgewerkte olie die het bedrijf mee terugneemt is een afvalstof van buiten de inrichting.

Dit bedrijf heeft geen Omgevingsvergunning milieu nodig als er in totaal niet meer dan 50 ton aan afgewerkte olie van buiten de inrichting wordt opgeslagen.

Bouwbedrijf

Een bouwbedrijf voert op bouwlocaties werkzaamheden uit waarbij bouw- en sloopafval vrijkomt. Dit afval neemt het bouwbedrijf mee terug naar de eigen bedrijfslocatie. Daar wordt het tijdelijk opgeslagen in afwachting van afvoer naar een afvalverwerker.

Het bouw- en sloopafval dat het bedrijf mee terugneemt zijn afvalstoffen van buiten de inrichting.

Voor het opslaan van eigen bouw- en sloopafval hebben bouwbedrijven geen Omgevingsvergunning milieu nodig. Voorwaarde is dat er in totaal niet meer dan 45 kubieke meter aan bouw- en sloopafval van buiten de inrichting wordt opgeslagen.

Opslaan, composteren of versnipperen groenafval

Deze afvalstoffen komen vrij bij de aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen. Het betreft ook afval dat hiermee te vergelijken is, zoals grof tuinafval, berm- en slootmaaisel, afval van hoveniersbedrijven, agrarisch afval en afval dat vrijkomt bij de aanleg en het onderhoud van terreinen van instellingen en bedrijven.

Voor groenafval dat geen gevaarlijke afvalstof is, is geen Omgevingsvergunning milieu of Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig (Bor, Bijlage I, Onderdeel C, 28.10, 28b°-c°) voor:

  • het composteren van maximaal 600 kubieke meter
  • het versnipperen

Het betreft hier afval dat ontstaan is door eigen werkzaamheden binnen of buiten de inrichting. Dat wil zeggen dat het bedrijf waar de afvalstoffen worden versnipperd en/ of gecomposteerd, ook het bedrijf is dat de werkzaamheden heeft verricht waardoor de afvalstoffen zijn ontstaan.

Voor groenafval dat geen gevaarlijke afvalstof is, is ook geen Omgevingsvergunning milieu of Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig (Bor, Bijlage I, Onderdeel C, 28.10, 28a°) voor:

  • het opslaan van maximaal 600 kubieke meter

Bij de opslag maakt het niet uit of het groenafval door eigen werkzaamheden of door werkzaamheden van een ander is ontstaan.

Onderhoudsbedrijf

Een hoveniersbedrijf verricht werkzaamheden in een tuin van een particulier. Het groenafval dat daarbij ontstaat nemen de hoveniers mee terug naar de eigen bedrijfslocatie.

Het groenafval dat het bedrijf mee terugneemt zijn afvalstoffen van buiten de inrichting.

Dit bedrijf heeft geen Omgevingsvergunning milieu nodig als er in totaal niet meer dan 600 kubieke meter groenafval wordt opgeslagen. Ook heeft het bedrijf geen omgevingsvergunning milieu nodig als er maximaal 600 kubieke meter van dat groenafval wordt gecomposteerd. Ten slotte is er geen omgevingsvergunning milieu nodig voor het versnipperen van dat groenafval.

Inzamelbedrijf voor groenafval

Een bedrijf zamelt groenafval in van hoveniersbedrijven en neemt dit mee naar zijn eigen locatie. Dit bedrijf voert zelf niet de werkzaamheden uit waarbij het groenafval ontstaat.

Het groenafval dat het bedrijf inzamelt zijn afvalstoffen van buiten de inrichting.

Dit bedrijf heeft geen Omgevingsvergunning milieu nodig als er in totaal niet meer dan 600 kubieke meter groenafval van hoveniers wordt opgeslagen. Wel heeft het bedrijf een omgevingsvergunning nodig voor het composteren of versnipperen van dat groenafval.

Agrarisch bedrijf

Een agrarisch bedrijf verricht werkzaamheden waarbij groenafval ontstaat.

Het groenafval is een afvalstof dat zowel binnen als buiten de inrichting is ontstaan.

Dit bedrijf heeft geen Omgevingsvergunning milieu nodig als er in totaal niet meer dan 600 kubieke meter groenafval wordt opgeslagen. Ook heeft het bedrijf geen omgevingsvergunning milieu nodig als er maximaal 600 kubieke meter van dat groenafval wordt gecomposteerd. Ten slotte is er geen omgevingsvergunning milieu nodig voor het versnipperen van dat groenafval.