Dwangsom - inning
Vraag
Hoe verloopt de procedure tot inning van de dwangsom?
Antwoord
Als de overtreding niet is opgeheven na de in de beschikking gestelde begunstigingstermijn, verbeurt de betrokkene de dwangsom. Verbeuren’ houdt in dat het dwangsombedrag verschuldigd wordt aan het bevoegde gezag. De schuld ontstaat van rechtswege.
Het bevoegde gezag laat eerst per brief aan de betrokkene weten, dat na het van kracht worden van de dwangsombeschikking (één of meer van) de daarin vermelde overtreding(en) is (zijn) geconstateerd. Daarbij wordt het tot die datum verbeurde bedrag vermeld. Tevens wordt aangegeven dat binnen 6 weken na het moment van de geconstateerde overtreding dat bedrag op een bepaalde wijze moet worden voldaan (art. 5.33 Awb).
Na afloop van de hiervoor genoemde betalingstermijn en alvorens aan te manen tot betaling van de verbeurde dwangsom beslist het bevoegde gezag vervolgens bij beschikking omtrent die invordering (art. 5.37 lid 1 Awb). Als een belanghebbende daarom verzoekt geeft het bevoegd gezag binnen 4 weken die beschikking. (art 5.37 lid 2 en 3)
In de beschikking wordt gemotiveerd vastgesteld dat de last onder dwangsom is overtreden en dat daardoor een bepaalde geldschuld is ontstaan. Ook wordt vermeld dat tot invordering zal worden overgegaan omdat het bedrag niet binnen de gestelde termijn is voldaan en er geen bijzondere omstandigheden zijn om van invordering af te zien.
Wanneer niet of niet tijdig is betaald stuurt het bevoegd gezag een 2e aanmaning. Als na de aanmaning nog niet wordt betaald, kan het verschuldigde bedrag bij dwangbevel worden ingevorderd. Dat dwangbevel is de officiële kennisgeving waarin de verplichting tot betaling van de dwangsom is vastgelegd. Dat dwangbevel wordt bij deurwaardersexploit aan de debiteur betekend. Deze deurwaarder wikkelt verder de hele executie van het dwangbevel af.
Het dwangbevel moet worden bekendgemaakt door middel van de betekening van een exploot. Het exploot vermeldt dat tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel kan worden opgekomen overeenkomstig de artikelen 438 en 438a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (dagvaarding van het bevoegd gezag voor de burgerlijk rechter). Het executiegeschil schorst de tenuitvoerlegging. De lengte van de procedure kan zo flink oplopen en het bestuursorgaan dient tweemaal het bewijs te leveren dat sprake is van een overtreding, waardoor de controlelast vrij zwaar is.
De bevoegdheid tot invordering van een verbeurde dwangsom verjaart door verloop van een jaar na de dag waarop zij is verbeurd (art. 5:35 Awb).