CO2-opslag en besluit mer
Op 10 september 2011 is in het kader van de implementatie van de Richtlijn CO2-opslag het Besluit Milieueffectrapportage aangepast middels het Besluit van 29 augustus 2011, houdende wijziging van het Mijnbouwbesluit en twee andere besluiten in verband met bepalingen voor het permanent opslaan van CO2. De aanpassing heeft betrekking op categorie 8 van bijlage C en D. Categorie 8 heeft in beide bijlagen betrekking op transport van chemicaliën, gas of olie door buisleidingen.
Richtlijn CO2-opslag
De richtlijn CO2-opslag (CSS) is onderdeel van het klimaatbeleid van de Europese Unie dat er op is gericht de emissie van CO2 in de atmosfeer te beperken en afgevangen CO2 permanent in te sluiten in de ondergrond. De richtlijn stelt regels over drie stadia in de opslagketen: het afvangen, het transport en de opslag van CO2. De basis voor de richtlijn ligt in artikel 175, eerste lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Dit artikel staat in Titel XIX van het Verdrag en richt zich met name op het behoud, de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu en de bescherming van de volksgezondheid.
Aanpassing Besluit Milieueffectrapportage
Bij de vormgeving en formulering van de nieuwe categorieën 8 in bijlage C en D bij het Besluit mer is uitgegaan van het Besluit mer, zoals gewijzigd bij besluit van 21 februari 2011 (Stb. 2011, 102). In dat verwijzingsbesluit is in categorie D 8.1 een onvolkomenheid geslopen. Teneinde volledig conform de richtlijn te blijven moet voor gas, olie en CO2-stromen tevens de aanleg genoemd (bijlage II, onder 10i, van de richtlijn). Voor chemicaliën is alleen wijziging of uitbreiding van toepassing (bijlage I, onder 16, van de richtlijn juncto bijlage II, onder 13).
Onder categorie C 8.1 worden met pompstations ook de injectieinstallaties bedoeld. Bij categorie C 8.2 geldt geen drempel, omdat de richtlijn deze ook niet kent. Indirect geldt er in zekere zin wel een drempel, omdat niet iedere opslaglocatie onder de richtlijn valt.
Bij categorie D 8.1 is in kolom 2 geen diameter opgenomen van de buisleiding. Dit sluit aan bij de huidige tekst van categorie D 8.1. Reden is dat deze categorie is beperkt tot gevoelige gebieden: buisleidingen met een kleine diameter kunnen in een gevoelig gebied ook relevant zijn.
Overwogen is om buisleidingen voor CO2 op te nemen bij aardgas onder categorie D 8.2 en daarmee een drempel van 5 km in plaats van een drempel van 1 km in te bouwen. Besloten is om een drempel van 1 km te hanteren, omdat er nog betrekkelijk weinig bekend is van de risico's van het transport van CO2.