Alternatieven: de belangrijkste aanbevelingen op een rij
In de verschillende onderdelen van deze module zijn aanbevelingen opgenomen over het ontwikkelen van alternatieven. De belangrijkste aanbevelingen vindt u hieronder.
- Wat in het MER niet is onderzocht kan ook niet besloten worden . Als u een m.e.r.-procedure doorloopt met enkele alternatieven kunt u uiteindelijk alleen een van de onderzochte alternatieven opnemen in het uiteindelijke besluit. Het is dus van belang om van te voren de speelruimte die nodig is voor het uiteindelijke besluit te bepalen.
- Verschillen in definiëring referentiesituatie. Om een geplande activiteit te kunnen onderzoeken dient deze afgezet te worden tegen de huidige situatie, inclusief autonome ontwikkelingen: de referentiesituatie. Bij de huidige situatie is veelal sprake van vastgestelde bestemmingsplannen. Echter in sommige gevallen kunt u ook kiezen voor de fysiek aanwezige situatie, zoals bij een oud bedrijventerrein dat niet volgebouwd zal gaan worden in de komende 10 jaar. Bepaal van te voren wat de referentiesituatie voor uw project is.
- Voorkomen en mitigeren van nadelige milieueffecten . Als er sprake (haalbare) maatregelen zijn om belangrijke nadelige milieueffecten te voorkomen, te beperken of teniet kunnen doen moet dit uiteraard onderzocht worden. Dit kan als een apart alternatief, of reeds verwerkt in de bestaande alternatieven. Het is daarbij niet de bedoeling om elementen die toch al deel uitmaken van het plan/voornemen opgevoerd worden als mitigerende maatregelen.
- Duidelijk zijn over doelen, eisen en randvoorwaarden. Alle redelijkerwijs te beschouwen alternatieven moeten in het MER meegenomen worden. Geef duidelijk aan welk doel bereikt moet worden en aan welke eisen en randvoorwaarden dit verbonden is. Zo kunt u criteria formuleren voor de keuze van realistische alternatieven. De alternatieven moeten uiteindelijk wel haalbaar zijn.
- Wees selectief als er veel alternatieven zijn. Als sprake is van veel alternatieven is het niet wenselijk dit allemaal door te rekenen en te verwerken in een MER. Het MER wordt hierdoor onleesbaar en kan daardoor aan kracht verliezen. Probeer met thema's, scenario's of principes onderscheidende criteria te formuleren. Zo kunnen een beperkt aantal alternatieven wellicht de gehele bandbreedte weergeven en kunnen overige alternatieven met een gevoeligheidsanalyse beschouwd worden.
- Het detailniveau moet passen bij het te nemen besluit . Is sprake van een MER voor een plan kan vaak op een minder gedetailleerd niveau naar de verschillende alternatieven gekeken te worden. Uitgebreide berekeningen voor alle alternatieven is dan ook vaak niet aan de orde. Pas het detailniveau aan op het te nemen besluit en de te beschouwen alternatieven.
- Benut creativiteit en gebiedskennis . Denk van te voren goed na welke alternatieven mogelijk zijn om een voorgenomen activiteit mogelijk te maken. Het kan helpen hier creatief over na te denken om zo in het MER een goede bandbreedte binnen de te beschouwen alternatieven te bereiken. Gebruik hier ook de kennis van het gebied van omwonenden. Dit biedt ook inzicht in de gevoeligheden bij het uitwerken van de alternatieven en bij de uitwerking van de milieueffecten (zie webpagina's Participatie).
Met behulp van een praktijkvoorbeeld krijgt u inzicht in de wijze waarop deze aanbevelingen toegepast kunnen worden.