De Commissie m.e.r. in het voortraject vrijwillig om advies vragen?
U kunt ook in het voortraject aan de Commissie voor de m.er. vragen om een vrijwillig advies over reikwijdte en detailniveau uit te brengen. Hier vindt u meer informatie over:
Waarom een vrijwillig advies in het voortraject?
De uitgebreide m.e.r.-procedure voorziet in de verplichting dat elk MER door de Commissie voor de m.e.r. wordt getoetst. Het is niet verplicht de Commissie ook al in het voortraject te vragen om een advies over reikwijdte en detailniveau uit te brengen, maar het is wel mogelijk dit te doen. Er is op dit punt dus keuzevrijheid. Welke overwegingen zijn bij deze keuze van belang?
Het inschakelen van de Commissie in het voortraject is vooral het overwegen waard wanneer:
- een plan of project omstreden en/of complex is
- een plan of project betrekking heeft op nieuwe ontwikkelingen waarmee nog weinig praktijkervaring is opgedaan (zowel inhoudelijk als procesmatig)
- binnen de eigen organisatie onvoldoende deskundigheid en ervaring beschikbaar om een goede beoordeling van de benodigde milieu-informatie te maken
In de praktijk moet u bij uw overweging om de Commissie wel of niet in het voortraject in te schakelen, ook nagaan of de benodigde tijd voor advisering beschikbaar is en of er nog voldoende speelruimte resteert voor het invullen van het proces, het MER en het plan of project zelf. Het is evenwel minder verstandig om een gebrek aan tijd of speelruimte snel de doorslag te laten geven. Is een plan of project echt omstreden, complex en/of nieuw, dan kunt u immers ook kiezen om die tijd en speelruimte dan maar alsnog te ‘organiseren'. Overigens blijkt vaak dat de tijd die wordt besteed aan een zorgvuldige voorbereiding later in het proces weer wordt ingelopen.
In de Commissie is de expertise van meer dan 20 jaar m.e.r.-procedures samengebracht, en de Commissie kan bij elk plan of project een beroep doen op een groot aantal materiedeskundigen. Daarnaast is de Commissie onafhankelijk. Gebruik maken van deze expertise en onafhankelijkheid in het voortraject kan bijdragen aan het verhogen van de inhoudelijke kwaliteit en aan het draagvlak in de omgeving. Daar staat tegenover dat de Commissie mogelijk vragen opwerpt die ertoe leiden dat de scope van het uit te voeren onderzoek groter wordt. Voor de eventuele advisering in het voortraject heeft de Commissie uiteraard ook enige tijd nodig, en voor de vrijwillige adviezen wordt een vergoeding gevraagd.
Tip: op de website van de Commissie voor de m.e.r. staan in principe alle eerder afgegeven adviezen. Om een indruk te krijgen van de issues die voor een specifieke voorgenomen activiteit spelen kan op de site van de Commissie worden gezocht naar adviezen over gelijksoortige projecten.
Gang van zaken
De Commissie kan worden ingeschakeld door middel van een schriftelijk verzoek. Bij het verzoek behoort informatie over het voornemen, bijvoorbeeld in de vorm van een (concept)notitie over reikwijdte en detailniveau of resultaten van vooronderzoek. Na ontvangst van het verzoek formeert de Commissie een werkgroep. Het verdient aanbeveling de Commissie al in een vroeg stadium (telefonisch) te informeren over een mogelijk verzoek om advisering, en om bij die gelegenheid te overleggen over de praktische gang van zaken.
Een onderdeel van het adviestraject is gewoonlijk dat de werkgroep de locatie(s) bezoekt die relevant is (zijn) voor het betreffende plan of project. De werkgroep benut zo'n locatiebezoek om vragen te stellen en te overleggen met bevoegd gezag en initiatiefnemer. De werkgroep stelt vervolgens een conceptadvies op, dat indien wenselijk met bevoegd gezag en initiatiefnemer wordt besproken. Tot slot brengt de werkgroep namens de Commissie het advies uit.
Aan een vrijwillig advies in het voortraject zijn kosten verbonden. Een overzicht van de tarieven vindt u onder: Tarieven vrijwillige advisering commissie voor de m.e.r.