Drie participatiemodellen: minimaal, sober, uitgebreid
Hieronder volgt een overzicht waarin verschillende niveaus van de intensiteit van het participatieproces gekoppeld zijn aan verschillende situaties en verschillende werkvormen. Wellicht is dit schema behulpzaam om de gedachten te bepalen: wat is van toepassing op het project dat u onder uw hoede hebt?
Heeft het project pas geleden al een uitgebreid voortraject met participatie doorlopen, dan is de inperking van de agenda tot de resterende thema's een belangrijk aspect. Een belangrijke vraag in zo'n geval is: waar waren we ook alweer gebleven?
Niveau: |
Wanneer: |
Werkvormen: |
---|---|---|
Minimale participatie |
Geringe impact op belanghebbenden. Geen beleidsruimte en geen bereidheid om externe inbreng te overwegen. |
Passief; uitsluitend de (wettelijk verplichte) gelegenheid bieden om (schriftelijke) zienswijzen in te dienen in voortraject en bij MER/ontwerpbesluit. In de bekendmaking aangeven wie wordt uitgenodigd om een zienswijze in te dienen en op welke manier dat kan gebeuren. Aanbeveling: informatiebijeenkomst, inloopbijeenkomst of informatiemarkt |
Sobere participatie |
Enige impact op belanghebbenden. Er is een zekere ruimte en bestuurlijke bereidheid voor inpassing van belangen. |
In het voortraject:
Als het MER en het ontwerp van het besluit gereed zijn:
Tijdens het gehele proces:
|
Uitgebreide participatie |
Belanghebbenden worden in grote mate geraakt. Het plan is controversieel. Belanghebbenden hebben blokkademacht of zijn cruciaal voor een goed resultaat. Er is ruimte en bereidheid tot een interactief proces. |
In het voortraject:
Als het MER en het ontwerp van het besluit gereed zijn:
Tijdens het gehele proces:
|