Inhoud van een notitie over reikwijdte en detailniveau: wat neemt u mee, en waar hangt dit vanaf?
Door in het begin van de procedure een notitie over reikwijdte en detailniveau uit te brengen, kunt u als bevoegd gezag sturing geven aan de hierop volgende stappen: het inwinnen van zienswijzen en het raadplegen van adviseurs en bestuursorganen. In welke mate de notitie inderdaad zo'n sturende functie heeft, is afhankelijk van de inhoud van het stuk.
In het algemeen moet de notitie ten minste drie elementen bevatten:
- het ‘waarom' van het plan of project,
- alternatieven,
- milieuaspecten.
Of u deze elementen beknopt of juist uitvoerig uitwerkt, hangt af van verschillende factoren. Het belangrijkst is wellicht welke voorgeschiedenis het plan of project heeft doorgemaakt op het moment waarop de procedure van start gaat. Daarbij zijn er twee uitersten:
- Over de hoofdlijnen van het plan of project, bijvoorbeeld over nut en noodzaak ervan en over de speelruimte voor alternatieven, heeft eerder al strategische besluitvorming plaatsgevonden. En bij de eerdere stappen is ook al een milieueffectrapportage uitgevoerd. Een dergelijke situatie is bijvoorbeeld aan de orde in een uitgebreide m.e.r.-procedure voor een bestemmingsplan dat uitwerking geeft aan bijvoorbeeld een eerder vastgestelde structuurvisie waarvoor eveneens een milieueffectrapportage is doorlopen.
- Het plan of project is min of meer nieuw. Er heeft nog geen strategische besluitvorming plaatsgevonden over de hoofdlijnen en er zijn ook nog geen milieueffectrapportages uitgevoerd waarop u kunt voortborduren.
Plannen en projecten die voortborduren op eerdere besluiten en eerder onderzoek
Bij een plan of project dat voortkomt uit eerdere besluiten, waar reeds bezwaar en beroep mogelijk is geweest, is het zaak om niet in herhaling van zetten te vervallen. U moet in zo'n geval bijvoorbeeld nut en noodzaak van het plan of project niet opnieuw gaan beargumenteren. Beter is het om kort aan te geven welke uitgangssituatie de eerdere besluitvorming heeft opgeleverd: ‘Dát realisatie van een nieuw glastuinbouwgebied van X hectare in regio Y wenselijk is, is vastgelegd in plan Z. Bij de besluitvorming die op dit moment aan de orde is, staat de vraag centraal welke specifieke locatie binnen regio Y het meest geschikt is en aan welke concrete eisen de inrichting van het glastuinbouwgebied moet gaan voldoen.'
Wees echter wel alert als u voortborduurt op strategische plannen waar geen bezwaar of beroep mogelijk is geweest. Het verdient aanbeveling om de keuzes die in dergelijke plannen zijn gemaakt nog wel goed te beschrijven in het nu voorliggende plan of project.
Uw voorstel voor de te onderzoeken alternatieven moet eveneens aansluiten op keuzes die op dat gebied bij de eerdere stappen reeds gemaakt zijn. Geef kort aan welke speelruimte voor alternatieven er na de eerdere besluiten nog resteert. Van belang is vervolgens vooral om helder uiteen te zetten welke meer concrete alternatieven binnen deze speelruimte in de onderhavige m.e.r.-procedure nader onderzocht zullen worden.
Bij uw voorstel voor de te onderzoeken milieuaspecten en de daarbij in te zetten methoden is het opnieuw van belang een link te leggen met hetgeen in een eerder stadium al onderzocht is. Geef aan in hoeverre reeds uitgevoerd onderzoek herbruikbaar is. En laat zien op welke punten het nu komende onderzoek voor aanvullende en meer gedetailleerde informatie zou moeten gaan zorgen. Belangrijk uitgangspunt bij dit alles is dat het voornemen in een eerder stadium goed onderbouwd is, gebruik hiervoor ook de adviezen die bijvoorbeeld de Commissie voor de milieueffectrapportage over het eerdere onderzoek hebben gegeven.
Nieuwe plannen en projecten
Een notitie over reikwijdte en detailniveau in een uitgebreide m.e.r.-procedure over een plan of project zonder voorgeschiedenis vraagt om een iets andere invalshoek. U zult dan gewoonlijk met wat meer (nieuwe) informatie en argumenten moeten komen voor het ‘waarom' van het plan of project en de te beschouwen alternatieven.
Een belangrijk aandachtspunt in deze situatie is om goed in kaart te brengen welke plannen en besluiten in een volgend stadium nog zullen volgen, én welk milieuonderzoek bij die volgende gelegenheden uitgevoerd zal worden. Geef bijvoorbeeld aan dat de besluitvorming in dit stadium vooral gericht is op het selecteren van kansrijke locatie(s) en dat de concrete inpassing van voorzieningen (en gedetailleerd onderzoek naar de milieueffecten daarvan) pas bij volgende stappen aan de orde kan komen. Schets, met andere woorden, een beeld van het totale traject tot aan de feitelijke realisatie en positioneer uw plan of project daarin. Vanuit dat perspectief kunt u vervolgens beredeneren welke milieu-informatie juist in dit stadium nodig is, en welke milieu-informatie beter in een later stadium vergaard kan worden.
Accent op onderzoek, géén accent op politiek
Een algemeen aandachtspunt is dat een notitie over reikwijdte en detailniveau vooral het karakter van een voorstel voor een onderzoeksagenda moet hebben. Probeer te voorkomen dat de notitie zich laat lezen als een (politiek) pleidooi ten faveure van plan X of project Y. Dat leidt alleen maar tot de verdenking van vooringenomenheid. In een milieueffectrapportage gaat het vooral om feiten en cijfers. Uit de notitie over reikwijdte en detailniveau moet dit duidelijk naar voren komen.