Wat zijn de procedurele en inhoudelijke eisen van m.e.r.-beoordeling?

Artikel 7.2 Wm stelt dat er activiteiten zijn waarvoor een m.e.r.-beoordelingsprocedure moet worden doorlopen. Voor deze activiteiten geldt dat het bevoegd gezag, het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het voorbereiden dan wel vaststellen van het betreffende besluit, moet beoordelen of deze activiteiten belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zo ja, dan moet voor desbetreffende activiteit een m.e.r.-procedure worden doorlopen. Om te bepalen of een voorgenomen activiteit al dan niet m.e.r.-beoordelingsplichtig is, verwijzen wij u naar de toelichting op het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) waarin dit geregeld is.

Onderstaand schema geeft een overzicht van de procedurestappen van de m.e.r.-beoordelingsprocedure. Hierbij is naast het bevoegd gezag (BG) ook een belangrijke rol weggelegd voor de publieke of private instantie die de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit wil ondernemen, de initiatiefnemer (IN). Bevoegd gezag kan overigens zelf initiatiefnemer zijn. Vanuit onderstaand schema kunt u per procedurestap verder ‘klikken’ naar een toelichting.

procedure mer beoordeling Mededeling voornemen Overleg bestuursorganen M.E.R. beoordelingsbeslissing Bezwaar en beroep

Hotspots

Mededeling voornemen

De initiatiefnemer van een activiteit die m.e.r.-beoordelingsplichtig is, moet dat voornemen schriftelijk mededelen aan het bevoegd gezag. Deze stap is geregeld in artikel 7.16 van de Wet milieubeheer en is niet nodig als het bevoegd gezag zelf initiatiefnemer is.

Overleg bestuursorganen

In artikel 7.19 Wm zijn de procedurestappen beschreven die moeten worden doorlopen als het bevoegd gezag tevens de initiatiefnemer is van een m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit.

M.E.R. beoordelingsbeslissing

Het bevoegd gezag neemt de beslissing of voor de m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een m.e.r.-procedure moet worden doorlopen.

Bezwaar en beroep

Tegen een m.e.r.-beoordelingsbeslissing is alleen bezwaar- of beroep mogelijk als deze beslissing de belanghebbende, los van het voor te bereiden besluit, rechtstreeks in zijn belang treft.