Coördinatie bij meerdere m.e.r.-plichtige plannen of besluiten
Bij meerdere plannen en/of besluiten voor dezelfde m.e.r.-plichtige activiteit of voor samenhangende m.e.r.-plichtige activiteiten kan coördinatie bij het doorlopen van de m.e.r.-procedure verplicht zijn of mogelijk zijn. Coördinatie betekent dat één milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld en de rol van bevoegd gezag gecoördineerd wordt uitgevoerd.
Coördinatie is geregeld in paragraaf 14.2 Wm. Het gaat daarbij om de toepassing van coördinatie:
- in gevallen waarbij voor een m.e.r.-plichtige activiteit gelijktijdig een besluit en een plan worden voorbereid (art. 14.4b)
- in gevallen waarbij voor een m.e.r.-plichtige activiteit of met elkaar samenhangende m.e.r.-plichtige activiteiten meerdere plannen worden voorbereid (art. 14.4c)
- in gevallen waarbij voor een m.e.r.-plichtige activiteit of met elkaar samenhangende m.e.r.-plichtige activiteiten meerdere besluiten gelden (art. 14.5 en art. 14.12)
Coördinatie is niet van invloed op de inhoudelijke en procedurele eisen.
Dit betekent dat de inhoud van het gecoördineerde MER moet voldoen aan de gezamenlijke eisen vanuit de m.e.r.-procedures voor betreffende plannen en besluiten.
Wat betreft de te volgen procedure zijn er verschillende situaties te onderscheiden:
- Bij meerdere plannen
Bij m.e.r.-plichtige plannen geldt altijd de uitgebreide m.e.r.-procedure, dus bij gelijktijdige voorbereiding van meerdere m.e.r.-plichtige plannen wordt in het geval van coördinatie de uitgebreide m.e.r.-procedure doorlopen. - Bij een plan en een besluit
Bij een gelijktijdige voorbereiding van een m.e.r.-plichtig plan en een m.e.r.-plichtig besluit geldt de uitgebreide procedure (artikel 7.10 Wm en de paragrafen 7.9 Wm en 7.10 Wm). Daarbij moet wel de aanvraag, het ontwerpbesluit, het ontwerpplan en het milieueffectrapport tegelijkertijd ter inzage worden gelegd. - Bij meerdere besluiten
Bij een gelijktijdige voorbereiding van meerdere m.e.r.-plichtig besluiten geldt in algemene zin de uitgebreide procedure (paragraaf 7.9). Alleen in het geval van coördinatie bij meerdere m.e.r.-plichtige milieuvergunningen waarbij geen passende beoordeling in het kader van Natura 2000 aan de orde is, kan worden volstaan met het doorlopen van de beperkte m.e.r.-procedure (paragraaf 7.8 Wm).
Verder is in paragraaf 14.2 Wm aangegeven op welke wijze coördinatie ingezet kan worden en uitgevoerd dient te worden. Stapsgewijs is kort gezegd het volgende geregeld:
- Art. 14.6 en art. 14.13 lid 1 en 2 behandelen wie op welke wijze kan verzoeken tot het maken van één milieueffectrapport.
- Art. 14.7, art. 14.8 en art. 14.13 lid 3 gaan over het wel of niet inwilligen van het verzoek tot coördinatie.
- Art. 14.9, art 14.10, art. 14.11 en art. 14.14 geven aan wat onder coördinatie wordt verstaan en wie met de coördinatie wordt belast.
- Art. 14.15 gaat in op de termijn waarbinnen de betrokken besluiten moeten worden genomen. Zie hiervoor de beschrijving van de eisen en termijnen in deze handleiding bij ‘Kennisgeving, zienswijzen en advies Commissie m.e.r.'.
- Art. 14.16 geeft aan dat per AMvB nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de taken van het met coördinatie belaste orgaan. Dit is echter tot op heden (1 maart 2011) niet gebeurd.