Publicatie voornemen
Hier vindt u informatie over:
Openbare kennisgeving
Het voornemen om een plan te gaan opstellen of een m.e.r.-plichtige activiteit te ondernemen en hiervoor de m.e.r.-procedure te doorlopen moet op een geschikte wijze openbaar worden aangekondigd. Deze kennisgeving wordt gedaan door het bevoegd gezag dat bevoegd is tot het voorbereiden dan wel vaststellen van het betreffende plan of besluit. Deze procedurestap is alleen verplicht bij de uitgebreide m.e.r.-procedure en is geregeld in art. 7.9 (voor plannen) en art. 7.27 lid 3 t/m 6 (voor besluiten).
Voor beluit m.e.r. is elektronische kennisgeving verplicht van:- de start van de procedure en de terinzagelegging van het MER in de uitgebreide mer-procedure;
- terinzagelegging van het MER in de beperkte mer-procedure.
Daarbij moeten ook alle bijbehorende achtergrondstukken elektronisch beschikbaar worden gesteld.
Waar plaatsen?
De kennisgeving vindt plaats in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze. In het geval van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan wordt de kennisgeving in ieder geval in de Staatscourant geplaatst, tenzij dit voor het betreffende plan of besluit wettelijk anders is geregeld. Kennisgeving vindt plaats in een publicatie in een ander land ingeval er sprake is van mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu in dat andere land. Ga naar ‘Grensoverschrijdende m.e.r.: eisen en afspraken’ voor een overzicht van de eisen in geval van grensoverschrijdende m.e.r. en uitvoeringsafspraken tussen Nederland en onze buurlanden België en Duitsland.
Wat moet er in?
In de kennisgeving kan worden volstaan met het vermelden van de zakelijke inhoud van het voornemen en wordt vermeld:
- dat stukken betreffende het voornemen openbaar zullen worden gemaakt, en waar en wanneer
- dat er gelegenheid wordt geboden zienswijzen over het voornemen naar voren te brengen, aan wie, op welke wijze en binnen welke termijn
- of de commissie m.e.r. of een andere onafhankelijke instantie in de gelegenheid wordt gesteld advies uit te brengen over het voornemen
- bij besluiten: of sprake is van een verplichte passende beoordeling in verband met mogelijke significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied (art. 1 onderdeel n natuurbeschermingswet 1998); dit leidt immers tot het verplicht doorlopen van de uitgebreide m.e.r.-procedure
- bij plannen: dat als de procedure van totstandkoming van het betreffende plan niet voorziet in openbare kennisgeving en ter inzage legging van het ontwerp van dat plan samen met het MER, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gesteld zijn of haar zienswijze over dat ontwerp naar voren te brengen, art. 7.11 van toepassing is waardoor hier in het kader van de m.e.r.-procedure wel in wordt voorzien. Wilt u meer informatie over deze stap uit de procedure, ga dan naar ‘Kennisgeving, zienswijzen en advies Commissie m.e.r. ‘
- bij plannen: dat in het milieueffectrapport tevens een verplichte passende beoordeling wordt opgenomen in verband met mogelijke significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied (art. 1 onderdeel n Natuurbeschermingswet 1998).
Wanneer plaatsen?
De kennisgeving vindt plaats:
- zo snel mogelijk nadat het bevoegd gezag de mededeling van de initiatiefnemer heeft ontvangen (zie Mededeling aan het bevoegd gezag) of zelf het voornemen heeft opgevat het plan op te gaan stellen of de activiteit te willen ondernemen
- maar uiterlijk gelijktijdig met de volgende stap in de uitgebreide m.e.r.-procedure, advies en raadpleging over reikwijdte en detailniveau (zie Advies en raadpleging reikwijdte en detailniveau).
Zienswijzen en ter inzage legging
Voor het verkrijgen van zienswijzen moet door het bevoegd gezag stukken ter inzage worden gelegd. Hiervoor zijn in de Wet geen vereisten opgenomen; het bevoegd gezag mag zelf bepalen wat ter inzage wordt gelegd, voor hoe lang, wie zienswijzen mogen indienen en op welke wijze. Wel zijn in de toelichting bij een eerdere wetswijziging voorbeelden genoemd van ter inzage te leggen stukken: voorstudies of verkenningen voor de in het plan of besluit voorziene activiteit(en), principebesluiten of nota’s van bestuursorganen of ambtelijke notities. Deze stap in de uitgebreide m.e.r.-procedure kan uiterlijk gelijktijdig met de volgende stap worden doorlopen, advies en raadpleging over reikwijdte en detailniveau. Daardoor bestaat de mogelijkheid om de bevindingen ten aanzien van reikwijdte en detailniveau ter inzage te leggen voor het verkrijgen van zienswijzen.