Verlening omgevingsvergunning
Vragen en antwoorden over alles wat speelt rond verlening van de omgevingsvergunning.
Let op: Deze website wordt niet meer geactualiseerd en stopt vanaf woensdag 11 december 2024. De informatie over regelgeving geldt niet meer door de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.
Delen van deze website zijn onderdeel geworden van de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO). Lees op de website van het IPLO hoe het werkt onder de Omgevingswet.
Vragen en antwoorden over alles wat speelt rond verlening van de omgevingsvergunning.
Nee. De wet biedt de mogelijkheid om de omgevingsvergunning in plaats van deze in zijn totaliteit te weigeren op verzoek van de aanvrager gedeeltelijk te verlenen.
Het blijft ook onder de Wabo de verantwoordelijkheid van de aanvrager om de reikwijdte van de aanvraag te bepalen. De Wabo bepaalt voor welke activiteiten een vergunning is vereist en het is aan de aanvrager om te bepalen voor welke activiteiten hij een vergunning aanvraagt.
Het is mogelijk om binnen een activiteit de vergunning gedeeltelijk te verlenen door middel van het stellen van voorschriften, mits de grondslag van de aanvraag niet wordt verlaten.
De actualisatieplicht in artikel 2.30 Wabo heeft alleen betrekking op inrichtingen (milieu) en mijnbouwwerken.
Als twee activiteiten worden vergund en twee activiteiten worden geweigerd, is dit één besluit waarbij de omgevingsvergunning voor een deel wordt geweigerd en voor een deel verleend.
Als een vergunningplichtige Wm-inrichting overgaat in andere handen, dan gaat de omgevingsvergunning automatisch mee over. Wel kunnen veranderingen aan de inrichting nopen tot aanpassing van de omgevingsvergunning.
Er zijn weinig verschillen tussen de actualiseringsplicht en de gewone ambtshalve aanpassing van voorschriften van een Wm-inrichting.
Een ambtshalve wijziging van de vergunningvoorschriften m.b.t. een Wm-inrichting en de beslissing op een aanvraag tot verandering van een inrichting mag in één besluit plaatsvinden.
Een wijziging in een vergunningplichtige Wm-inrichting heeft geen milieugevolgen, behalve een toename in het energieverbruik. In de vergunning is niets opgenomen over het energieverbruik. Dan moet de omgevingsvergunning alleen worden gewijzigd als het energieverbruik boven een bepaalde grens uitkomt.
Alleen bij revisievergunningen voor het wijzigen van een inrichting is er een speciale regeling voor het aantasten van bestaande rechten.