Is het mogelijk binnen één activiteit deels te weigeren en deels te vergunnen?

Vraag

Is het mogelijk om binnen een activiteit de vergunning gedeeltelijk te verlenen? Bijvoorbeeld het vergunnen van minder dieren dan aangevraagd? Of het kappen van minder bomen dan aangevraagd? Of het bouwen anders dan aangevraagd?

Antwoord

Ja, dat kan door het stellen van voorschriften, mits de grondslag van de aanvraag niet wordt verlaten.

Stellen van voorschriften

Op grond van artikel 2.22 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) moet het bevoegde gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning. Deze voorschriften kunnen inhouden dat niet alle werkzaamheden binnen een activiteit zijn toegestaan. In de Memorie van Toelichting bij de Wabo (Tweede Kamer 30 844, nummer 3, pagina 110) staat dat in de Wabo voorschriften en beperkingen gelijk zijn. Als voorbeeld van beperkingen staan genoemd: het vergunnen van kortere werkingstijden of minder dieren dan aangevraagd.

Stel dat er 3.000 vleesvarkens zijn aangevraagd en het bevoegde gezag er 500 wil weigeren, dan moet ze de aangevraagde vergunning verlenen, en als beperkend voorschrift opnemen dat er maar 2.500 vleesvarkens mogen worden gehouden.

In de praktijk bij de milieuvergunning onder de Wet milieubeheer stonden deze beperkingen vaak in het besluit als een weigering van een deel van de vergunning en niet als een voorschrift. In bovenstaand voorbeeld verleende het bevoegde gezag de vergunning voor de 2.500 mestvarkens en geweigerd voor 500 mestvarkens. Dit kan onder de Wabo niet meer. Volgens de MvT moet dit niet als weigering worden gezien, maar als voorschrift.

Grondslag van de aanvraag

Uit de jurisprudentie volgt een voorwaarde: het verlenen van de vergunning mag niet ertoe leiden dat de grondslag van de aanvraag wordt verlaten. Het bevoegde gezag moet beslissen op de aanvraag en mag door het opnemen van beperkingen niet komen tot een impliciete weigering. Wanneer de beperkingen/voorschriften de realisatie van een project onmogelijk maken, mag het bevoegde gezag de vergunning dus niet verlenen maar moet de vergunning weigeren.

Per activiteit moet het bevoegd gezag bekijken wat de jurisprudentie zegt over het verlaten van de grondslag van de aanvraag. Ook de jurisprudentie van vóór inwerkingtreding van de Wabo kan betekenis houden. Voor het houden van dieren is er een overzicht van de relevante jurisprudentie.

Enkele voorbeelden

Iemand vraagt vergunning aan een gebouw van acht verdiepingen . Het bevoegde gezag wil alleen een gebouw van vier verdiepingen vergunnen. In dat geval moet ze de hele vergunning weigeren. Door het laten vervallen van vier verdiepingen ontstaat immers een heel ander gebouw. Dit is verlaten van de grondslag van de aanvraag.

Iemand vraagt vergunning aan voor het kappen van vijf bomen. Het bevoegde gezag is van plan de vergunning te verlenen voor de kap van vier bomen en de kap van één boom niet toe te staan. Dat kan door het verlenen van een vergunning voor het kappen, met als beperkend voorschrift dat er maar vier bomen gekapt mogen worden. Het hangt er wel vanaf, wat het belang van die ene boom voor het project is. Daarom is het verstandig is de jurisprudentie hierover te raadplegen.

Artikel 2.21 Wabo niet

Het is niet mogelijk om de gedeeltelijke weigering te baseren op artikel 2.21 Wabo. Met dit artikel kan het bevoegde gezag een omgevingsvergunning op verzoek van de aanvrager verlenen voor die activiteiten, die ze niet hoeft te weigeren. Dit artikel is namelijk niet van toepassing op het verlenen of weigeren van werkzaamheden binnen één activiteit.

Gaat het wel om meerdere activiteiten, dan mag gedeeltelijk vergunnen en gedeeltelijk weigeren van de vergunning dus wel. Dat is dan één besluit, lees meer hierover in de vraag en antwoord: 'Hoe zit het met gedeeltelijke weigering van de omgevingsvergunning?'.