Praktische tips
Hier vindt u een aantal praktische tips over het opstellen en uitwerken van alternatieven.
Wees niet krenterig
Het uitwerken en onderzoeken van alternatieven kost tijd en geld. Een initiatiefnemer is daarom geneigd het aantal alternatieven te beperken en sommige alternatieven niet in het onderzoek mee te nemen. In het MER moet worden gemotiveerd waarom alternatieven zijn afgevallen. Het kan voorkomen, bijvoorbeeld in gevallen waarin de omgeving vraagt om een bepaald alternatief, dat de inspanning om die motivatie te leveren groter is dan inspanning die nodig is om dat alternatief te onderzoeken. In zo'n geval kan het handiger zijn het alternatief in kwestie toch gewoon te onderzoeken. Bedenk dat een MER ook een belangrijke rol kan spelen in de communicatie met de omgeving. Dat vraagt er soms om meer te doen dan strikt genomen (vanuit de regelgeving) noodzakelijk is.
Beperk het aantal alternatieven
Een groot aantal alternatieven vraagt om veel onderzoek, leidt tot onoverzichtelijke rapporten en weinig onderscheid tussen de alternatieven. Probeer daarom het aantal alternatieven beperkt te houden, bijvoorbeeld twee tot vijf à zeven. Dit kan bijvoorbeeld door 'de randen van het speelveld' op te zoeken: maak de alternatieven zo dat de bandbreedte van de milieugevolgen in beeld wordt gebracht.
In gevallen waarin veel variabelen aanwezig zijn leidt het combineren van die variabelen tot een zeer groot aantal mogelijkheden. Bijvoorbeeld: als drie variabelen aanwezig zijn (bij een nieuwe weg kunnen dat bijvoorbeeld tracés, aantal rijstroken en vorm van de aansluitingen zijn) met elk drie mogelijkheden dan is het theoretisch mogelijk daarvan 3 x 3 x 3 = 27 combinaties te maken. Ook bij meer abstracte plannen, bijvoorbeeld voor een ruimtelijke structuurvisie kan een groot aantal variabelen of bouwstenen aanwezig zijn. Probeer in zo'n geval logische combinaties van bouwstenen te maken. Het kan daarbij handig zijn de alternatieven 'op te hangen' aan een bepaald thema, motto of leidend principe.
Een andere mogelijkheid om structuur aan te brengen is een modulaire aanpak. Als bijvoorbeeld voor een lang traject (bijvoorbeeld van een dijk) per trajectgedeelte aparte keuzes kunnen worden gemaakt is het niet noodzakelijk om alle mogelijke combinaties te onderzoeken, maar kunnen alternatieven per module (bijvoorbeeld een dijkvak) worden gemaakt.
Formuleer randvoorwaarden, eisen en wensen
Duidelijkheid vooraf over wat kan, mag of moet is een belangrijk basis voor het ontwikkelen van alternatieven. Wees duidelijk over het probleem dat moet worden opgelost dan wel het doel dat de voorgenomen activiteit moet realiseren, en beschrijf aan welke eisen, regels en randvoorwaarden de alternatieven moeten voldoen. Dit kunnen technische vereisten zijn (denk bijvoorbeeld aan richtlijnen voor wegontwerp) maar ook eisen die voortkomen uit de doelstellingen van het project (zoals een jaar waarin het project gereed moet zijn, de kruinhoogte van een rivierdijk of de afmetingen van kavels op een bedrijventerrein).
Blijkt in een concreet geval dat het aantal alternatieven in de loop van het proces heel groot dreigt te worden, ga dan een stapje terug: probeer het met elkaar eens te worden over een set met spelregels of criteria om serieuze opties en wat wildere ideeën van elkaar te scheiden.
Elders in deze Handreiking wordt aanbevolen in het voortraject een notitie over Reikwijdte & detailniveau te maken. Een dergelijke notitie moet helderheid over de te onderzoeken alternatieven verschaffen. Zijn deze alternatieven in het voortraject nog niet uitgekristalliseerd, dan moet de notitie op z'n minst verduidelijken welke spelregels of criteria in een later stadium gebruikt zullen worden om de alternatieven af te bakenen.
Behandel alternatieven gelijkwaardig
Wees eerlijk ten opzichte van de alternatieven! Voor een goed MER en een goede besluitvorming over de voorgenomen activiteit is het noodzakelijk de alternatieven gelijkwaardig te behandelen. Dit betekent uiteraard een gelijke mate van uitwerking en detaillering, maar ook een gelijkwaardige inspanning om alternatieven zodanig te maken dat ze probleemoplossend zijn en de milieugevolgen worden beperkt. Het toewerken naar een voorkeursalternatief (of de schijn wekken!) is een risico. En bedenk hierbij dat het uitwerken van alternatieven tot onverwachte, ook voor de initiatiefnemer gunstige, resultaten kan leiden.
Vermijd de term nulalternatief
Vaak wordt ook de term 'nulalternatief' gehanteerd. Deze term is echter verwarrend, omdat deze een relatie met de voorgenomen activiteit suggereert die er niet is. Immers, alle echte alternatieven hebben met elkaar gemeen dat ze op de een of andere manier invulling geven aan de voorgenomen activiteit, terwijl er bij een nulalternatief in het geheel geen voorgenomen activiteit aan de orde is. Ook laat de term nulalternatief niet zien dat het erom gaat een vergelijkingsbasis voor de milieugevolgen te beschrijven. De term referentiesituatie maakt dit veel beter duidelijk.