Geurvoorschriften voor de opslag van agrarische bedrijfsstoffen

In het Activiteitenbesluit staan in paragraaf 3.4.5 de voorschriften voor geur bij het opslaan van agrarische bedrijfsstoffen.

Minimumafstanden

Een opslag van agrarische bedrijfsstoffen moet (volgens artikel 3.46 lid 1 Activiteitenbesluit) liggen op minstens:

Afstandsmeting
U meet de afstand vanaf de buitenzijde van het geurgevoelig object tot het dichtstbijzijnde punt van de begrenzing van de opslag (artikel 3.46 lid 7 Activiteitenbesluit).opslagagrarischebedrijfssto
Bij opslag in een afgesloten ruimte meet u vanaf het emissiepunt. Dat is het punt, waar de geur de ruimte kan verlaten - bijvoorbeeld een ventilatieopening, of een deur die regelmatig open staat.Opslagmestventilatie

Kortere afstand bestaande situaties

De minimumafstanden gelden niet voor bestaande opslag (= opgericht vóór 1 januari 2013) op te korte afstand, als verplaatsing redelijkerwijs niet mogelijk is. Bijvoorbeeld omdat nergens op het perceel een plek is met voldoende afstand (Rechtbank Overijssel, AWB 15/1314, 22 december 2015, Kampen). Wel moet de ondernemer maatregelen nemen om geurhinder te voorkomen of te beperken. Als het bevoegd gezag hierom vraagt, moet de ondernemer aangeven welke maatregelen of voorzieningen dit (zullen) zijn (artikel 3.46 lid 2 Activiteitenbesluit).

Maatwerkvoorschriften

Het bevoegd gezag kan in maatwerkvoorschriften aanvullende eisen stellen als sprake is van onaanvaardbare geurhinder (artikel 3.46 lid 3 Activiteitenbesluit). Bij besluitvorming hierover betrekt het bevoegd gezag de geuraspecten uit artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbesluit. Meer informatie hierover staat op de webpagina Aspecten bij afweging aanvaardbaar hinderniveau van de Handleiding geur. Maatwerk is alleen mogelijk voor:

  • de plaats van de opslag
  • het afdekken van de opslag
  • de frequentie en het tijdstip van de aan- en afvoer van de opgeslagen agrarische bedrijfsstoffen

Uitzondering kinderboerderijen, dierentuinen, hondenkennels, valkeniers e.d.

Het opslaan van vaste mest van kinderboerderijen, dierentuinen, hondenkennels, valkeniers en dergelijke is anders geregeld. De opslag van deze mest (die niet afkomstig is van landbouwhuisdieren), kan op twee manieren worden opgeslagen:

  • op minstens 50 meter van geurgevoelige objecten, of
  • hoogstens twee weken in een afgesloten voorziening.

Dit staat in artikel 3.46 lid 4 Activiteitenbesluit.

Uitzondering veevoederbalen

Voor veevoederbalen die in plastic folie zijn verpakt, gelden geen afstandseisen voor geur (artikel 3.46 lid 9 Activiteitenbesluit).

Uitzondering kuilvoer

Voor kuilvoer volstaat 25 meter genoeg geurgevoelige objecten (artikel 3.46 lid 5 Activiteitenbesluit). Het maakt niet uit of het geurgevoelige object binnen of buiten de bebouwde kom ligt. Is de afstand korter dan 50 meter, dan moet de agrariër het kuilvoer afdekken (behalve natuurlijk tijdens aan- en afvoer). Voor knolgewassen, wortelgewassen of fruit is afdekken niet nodig (artikel 3.46 lid 6 Activiteitenbesluit).

In de Activiteitenregeling staan voor kuilvoer en pluimveemest eisen voor bodembescherming. Deze eisen zorgen ook voor het beperken en voorkomen van geurhinder.


Hoe werkt het vanaf 2022?

banner_hoe_werkt_het_vanaf_2021