Geurvoorschriften voor het composteren van groenafval
In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan voorschriften voor de activiteit het composteren van groenafval. De voorschriften om geurhinder te voorkomen en te beperken, staan in paragraaf 3.4.5 van het Activiteitenbesluit.
Artikel |
Inhoud |
---|---|
minimumafstanden tot een geurgevoelig object en de mogelijkheid tot maatwerkvoorschriften |
Het Activiteitenbesluit is een aantal keer gewijzigd met gevolgen voor landbouw.
Minimumafstanden
Een composteringshoop moet (volgens artikel 3.108 lid 1 Activiteitenbesluit) liggen op minstens:
- 100 meter van een geurgevoelig object dat binnen de bebouwde kom ligt
- 50 meter van een geurgevoelig object dat buiten de bebouwde kom ligt
Kortere afstanden voor bestaande situaties
De minimumafstanden gelden niet voor bestaande situaties: als de ondernemer al voor 1 januari 2013 op die plek composteerde en verplaatsing van de composteringshoop redelijkerwijs niet mogelijk is. Wel moet hij maatregelen treffen om geurhinder te voorkomen of te beperken. Als het bevoegd gezag hierom vraagt, moet hij aangeven welke maatregelen of voorzieningen dit (zullen) zijn. (artikel 3.108 lid 4 en 5 Activiteitenbesluit).
Maatwerkvoorschriften
Het bevoegd gezag kan in maatwerkvoorschriften aanvullende eisen stellen als sprake is van onaanvaardbare geurhinder (artikel 3.108 lid 3 Activiteitenbesluit). Bij besluitvorming hierover betrekt het bevoegd gezag de geuraspecten uit artikel 2.7a lid 3 van het Activiteitenbesluit. Meer informatie hierover staat op de webpagina Aspecten bij afweging aanvaardbaar hinderniveau van de Handleiding geur. Maatwerk is alleen mogelijk voor:
- De plek van de composteringshoop
- Het afdekken van de composteringshoop
Afstandsmeting
U meet de afstand vanaf de buitenzijde van het geurgevoelige object tot het dichtstbijzijnde punt van de composteringshoop (artikel 3.108 lid 2 Activiteitenbesluit).