Vanaf hoeveel kg ammoniak moet ik strengere emissiewaarden eisen met de Beleidslijn IPPC?

Vanaf hoeveel kg ammoniak moet ik strengere emissiewaarden eisen?

De strengere emissie-eisen zijn nodig voor dat deel van de veehouderij dat boven de 5.000 kg ammoniak uitkomt.

Alleen bij uitbreiding

Toetsing aan deze beleidslijn gebeurt alleen bij een uitbreiding in dieren. Daarbij moet u rekening houden met de eerdere hoeveelheid vergunde dieren. De vergunde hoeveelheid ammoniak die bij die vergunde hoeveelheid dieren hoorde, doet voor de toepassing van de Beleidslijn minder ter zake. Er is (buiten de 250 meter zone) geen sprake van een ammoniakplafond voor de Wet milieubeheer. Een veehouder kan uitbreiden zoveel hij wil, zolang hij steeds verdergaande technieken toepast.

Vergund x BBT

Heel belangrijk is de hoeveelheid ammoniak die de vergunde veehouderij zou uitstoten, als hij in de vergunde situatie overal de Beste Beschikbare Technieken (BBT) toepast. Dit rekent u uit door het aantal dieren te vermenigvuldigen met de factor die bij BBT hoort. Bij IPPC-bedrijven is dit het aantal dieren maal de maximale emissiewaarde, behalve bij bestaande Groen-Labelstallen van voor 8 mei 2000.

Deze hoeveelheid ammoniak die de vergunde veehouderij zou uitstoten, als hij in de vergunde situatie overal BBT toepast, noemen we Vergund x BBT.

Aangevraagd x BBT

Naast Vergund x BBT is ook van belang hoeveel ammoniak de aangevraagde hoeveelheid dieren bij toepassing van BBT zou uitstoten. Dit noemen we Aangevraagd x BBT. Ook hier zal BBT meestal de maximale emissiewaarde zijn.

Berekening 5.000 kg NH3

Wanneer Aangevraagd x BBT groter is dan Vergund x BBT en boven de 5.000 kg ligt, is de Beleidslijn van toepassing. U rekent dan voor een deel van de aanvraag met lagere emissiewaarden dan BBT. Dat deel is:

• Wanneer Vergund x BBT kleiner is dan 5.000 kg: Aangevraagd x BBT – 5.000 kg (zie onderstaande tabel, voorbeeld 1 en 2).
• Wanneer Vergund x BBT groter is dan 5.000 kg: Aangevraagd x BBT – Vergund x BBT (zie onderstaande tabel, voorbeeld 3, 4 en 5).

Onderstaand rekenvoorbeeld gaat uit van de maximale emissiewaarden van het voormalige Besluit huisvesting. Het Besluit is op 1 augustus 2015 vervangen door het Besluit emissiearme huisvesting.

Tabel met voorbeelden:

In voorbeeld 1 komt totaal Aangevraagd x BBT niet boven de 5.000 kg, dus hoeft u geen strengere emissie-eisen te stellen.

In voorbeeld 2 ligt totaal Aangevraagd x BBT 1.000 kg boven de 5.000 kg, dus moet u over 1.000 kg BBT+ eisen. Bij aanwezigheid van verschillende diercategorieën, dan mag de aanvrager zelf bepalen over welke diercategorie de strengere emissiewaarden worden gesteld.

In voorbeeld 3 ligt totaal Aangevraagd x BBT onder totaal Vergund x BBT, dus hoeft u geen strengere emissie-eisen te stellen.

In voorbeeld 4 is totaal Aangevraagd x BBT 2.000 kg hoger dan totaal Vergund x BBT. Hierover moet u strengere emissie-eisen stellen.

In voorbeeld 5 is Aangevraagd x BBT 2.000 kg hoger dan Vergund x BBT én ligt boven de 10.000 kg. Over deze 2000 kg moet u strengere emissie-eisen stellen die BBT++ zijn.

Wanneer Vergund x BBT tussen de 5.000 en 10.000 kg ligt en Aangevraagd x BBT boven de 10.000 kg, bekijkt u eerst op hoeveel kg u uitkomt wanneer de hele uitbreiding BBT+ wordt gemaakt. Is na toepassing van BBT+ de jaarlijkse ammoniakemissie daarna nog steeds meer dan 10.000 kg, dan moet boven het meerdere BBT++ worden gerealiseerd. Dit volgt uit pagina 8 van de beleidslijn, derde gedachtestreepje in het hokje.

Het is aan te raden om niet per kip of per varken af te ronden, maar om verdergaande maatregelen te eisen per stal of afdeling. Dit komt meer overeen met hoe de stallen in werkelijkheid worden uitgevoerd.

Tot slot kan de vergunde ammoniakemissie ter zake doen wanneer deze kleiner is dan bij toepassing van BBT. Het bevoegd gezag kan daar dan bij zijn afweging rekening mee houden; dit kan leiden tot minder strenge eisen.