Voor welke kleine uitbreidingen geldt Besluit emissiearme huisvesting niet?

Vraag

Hoe zit het met de uitbreiding in kleine aantallen dieren onder het Besluit emissiearme huisvesting? Gelden de maximale emissiewaarden voor ammoniak en fijnstof bijvoorbeeld voor uitbreiding van een legkippenbedrijf met 300 legkippen of met 10 vleeseenden?

Antwoord

De maximale emissiewaarde geldt niet voor dieren die in kleine aantallen worden gehouden. De aantallen staan in bijlage 1 en 2 van het Besluit emissiearme huisvesting. Bepalend is het totaal aantal dieren van de diercategorie binnen het bedrijf. Een paar voorbeelden. Ter informatie staan onderaan de vraag de aantallen in een tabel weergegeven.

  • Een bedrijf met 2.000 vleesvarkens wordt uitgebreid met 3 melkkoeien. De maximale emissiewaarde voor ammoniak geldt niet voor de 3 melkkoeien, wel voor de 2.000 vleesvarkens.
  • Een bedrijf met 38.000 legkippen wordt uitgebreid met 300 legkippen. De maximale emissiewaarden voor ammoniak en voor fijnstof gelden zowel voor de 38.000 legkippen als voor de uitbreiding met 300 legkippen.
  • Een bedrijf met 38.000 legkippen wordt uitgebreid met 300 vleeskuikens. De maximale emissiewaarden voor ammoniak en voor fijnstof gelden zowel voor de legkippen als voor de vleeskuikens. Hoewel het verschillende diercategorieën zijn, vallen ze beide onder de hoofdcategorie kippen. En voor de hoofdcategorie kippen geldt het maximum aantal van 500 stuks. Daarom worden de 38.000 legkippen en de 300 vleeskuikens opgeteld en dit is meer dan 500 stuks.
  • Een bedrijf met 38.000 legkippen wordt uitgebreid met 10 vleeseenden. De maximale emissiewaarde voor ammoniak en voor fijnstof gelden voor de 38.000 legkippen en niet voor de vleeseenden.
  • Een kinderboerderij wordt uitgebreid met 5 vleeseenden. De maximale emissiewaarden gelden niet (het is geen bedrijf dat dieren voor productie houdt).
Diercategorie Aantallen dieren
Kleine aantallen dieren waarvoor maximale emissiewaarden niet gelden

A 1 Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

maximaal 10
A 4 Vleeskalveren tot ca. 8 maanden maximaal 10
D 1.1 Biggenopfok (gespeende biggen) maximaal 20

D 1.2 Kraamzeugen

D 1.3 Guste en dragende zeugen

D 3 Vleesvarkens en opfokzeugen

In totaal maximaal 15

E 1 Opfokhennen en hanen van legrassen

E 2 Legkippen

E 2 (Groot)ouderdieren van legrassen

E 3 (Groot)ouderdieren van vleeskuikens in de opfok

E 4 (Groot)ouderdieren van vleeskuikens

E 5 Vleeskuikens

In totaal maximaal 500
F 4 Vleeskalkoenen Maximaal 10

G 2 Vleeseenden

Maximaal 10