Handhaving van het vroegere Besluit glastuinbouwbedrijven milieubeheer
In het voormalige Besluit glastuinbouw gaf de wetgever voor het eerst aan dat de bevoegde gezagen samen moesten optrekken bij de handhaving van het besluit. Samenwerking blijkt ook noodzakelijk te zijn. In het besluit waren namelijk verschillende instanties tegelijk verantwoordelijk voor de handhaving.
Handhavings- en uitvoeringsmethode
Om een goede handhaving van het voormalige Besluit glastuinbouw te stimuleren is destijds een Handhavings- en uitvoeringsmethode (HUM) opgesteld. Daarin staan aanbevelingen voor een eenduidige, consequente en adequate uitvoering en handhaving door de verschillende bevoegde gezagen en overige handhavende instanties. Aan de ene kant toezicht (controle) op de naleving en aan de andere kant opsporing van overtredingen.
De HUM-glastuinbouw is destijds tot standgekomen in nauwe samenwerking met de Unie van Waterschappen, het Hoogheemraadschap Schieland, het Hoogheemraadschap van West-Brabant, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Milieu Bureau Westland, de AID, het OM. De Glami (projectbureau Glastuinbouw en Milieu) heeft het project ondersteund.
De HUM-glastuinbouw bestaat uit twee delen:
Voor assimilatiebelichting is een meetprotocol beschikbaar: Protocol vaststelling reductie uitstraling (pdf, 419 kB)
Waarom structureel samenwerken?
Als twee of meer instanties verantwoordelijk zijn (zoals in het voormalige Besluit glastuinbouw), is samenwerking nodig om dubbel werk te voorkomen.
De belangrijkste handhavende instanties (waaronder gemeente, waterschap, en de AID) moeten op regionaal en lokaal niveau op een structurele wijze de handhaving op elkaar afstemmen. En wel in elke regio met glastuinbouwbedrijven.
Managers en bestuurders van handhavingsorganisaties zijn dan ook belangrijk in de uitvoering van het voormalige Besluit glastuinbouw. InfoMil en de Glami hebben in 2003 bijeenkomsten georganiseerd voor de instanties die het voormalige Besluit glastuinbouw moesten handhaven. Verslagen vindt u hieronder: