E03.97.0337 Ouderkerk
Onderwerp: Besluit melkrundveehouderijen, afstandsmeting, bestaande rechten, stankhinder, werkingssfeer
Inleiding:
Er is een oprichtingsvergunning verleend voor een melkrundveehouderij. Voor dit bedrijf is in 1982 al eerder een oprichtingsvergunning verleend. Het bedrijf viel vanaf 29 augustus 1995 onder het Besluit melkrundveehouderijen. Het bedrijf wordt nu vergunningplichtig vanwege de plaatsing van een machineberging op minder dan 25 meter van een woning van derden. (Redactionele opmerking: hier wordt de machineberging dus gezien als een bedrijfsmatig onderdeel van de inrichting vanaf waar de minimale afstand gemeten moet worden).
Aan de orde komt de vraag of het Besluit melkrundveehouderij inderdaad van toepassing was en of in hoeverre hier sprake is van vergund recht voor wat betreft de beoordeling van stankhinder.
Afdeling:
De onderhavige inrichting is ten minste vanaf het moment dat de melding door verweerders is aanvaard - te weten 29 augustus 1995- onder de werkingssfeer van het Besluit melkrundveehouderij komen te vallen. De stelling van appellant dat de inrichting na de inwerkingtreding van het Besluit aanzienlijk is uitgebreid, doet hieraan niet af, aangezien het Besluit niet bepaalt dat het niet van toepassing is op een op minder dan 50 meter van een woning van derden of gevoelig object gelegen melkrundveehouderij, die na de inwerkingtreding van het Besluit (aanzienlijk) is uitgebreid.
Gebleken is dat bij het bestreden besluit vergunde veebestand geen uitbreiding betekent ten opzichte van het veebestand dat in overeenstemming met het Besluit werd gehouden. De afstand van de dichtstbijgelegen woning van derden (woning van appellant) tot de dichtstbijgelegen stal, is in de bij het bestreden besluit vergunde situatie niet veranderd ten opzichte van de bestaande situatie. Dat de machineberging op 15 meter van de woning is gesitueerd, maakt dit niet anders, aangezien in deze berging geen dieren worden gehouden. De Afdeling is van mening dat verweerders de vergunning wat het stankaspect betreft terecht niet geweigerd hebben.
(Redactionele opmerking: er hoeft hier dus niet getoetst te worden aan de Richtlijn 1996 (stallen zijn gelegen op minder dan 50 meter en desondanks is hier een oprichtingsvergunning verleend).