E 2 diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen
In de tabel op deze pagina staan de emissiefactoren voor de emissie vanuit het dierenverblijf. De emissiefactor is inclusief de emissie van de mest, die is opgeslagen in het dierenverblijf.
Let op: de officiële eindnoten voor ammoniak uit de Rav staan niet onderaan deze pagina. Deze eindnoten staan op een aparte webpagina. Ga daarvoor naar de pagina eindnoten of kijk op wetten.nl.
De voetnoten in de kolommen ammoniak, geur en fijnstof op deze pagina zijn toegevoegd door InfoMil.
categorie | ammoniaka) | geurb) | fijnstofc) | |
---|---|---|---|---|
E 2.1 | open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) (BWL 2001.07) | 0,100 | 0,69 | 5 |
E 2.2 | mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (Groen Label BB 93.06.007) 4 | 0,042 | 0,35 | 5 |
E 2.3 | compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag (Groen Label BB 95.06.026) 4 | 0,024 | 0,35 | 5 |
E 2.4 | batterij met geforceerde mestdroging (deeppitstal of highrise-stal, kanalenstal) (BWL 2001.08) | 0,463 | 0,69 | 5 |
E 2.5 | mestbandbatterij met geforceerde mestdroging (voor nageschakelde technieken: zie E 6) | |||
E 2.5.1 | mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging (Groen Label BB 93.06.008) 4,6 | 0,042 | 0,35 | 5 |
E 2.5.2 | mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,7 m3 lucht per dier per uur. Mestafdraaien per vijf dagen; de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55% (Groen Label BB 97.07.058) 6 | 0,012 | 0,35 | 5 |
E 2.5.3 | batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.31.V2; BWL 2007.06.V4) 6 | 0,004 | 0,25 | 3 |
E 2.5.4 | batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie (BWL 2001.32.V2, BWL 2007.07.V4) 6 | 0,001 | 0,25 | 3 |
E 2.5.5 |
verrijkte kooien met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2005.11) 6 |
0,030 | 0,35 | 23 |
E 2.5.6 | koloniehuisvesting met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) (BWL 2009.10.V2) 6 | 0,030 | 0,35 | 23 |
E 2.6 | batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel (Groen Label BB 99.06.071) | 0,018 | 0,35 | 5 |
E 2.7 |
grondhuisvesting van legrassen (circa 1/3 strooiselvloer + circa 2/3 roostervloer) (BWL 2001.09.V1) 11, 23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,402 | 0,34 | 84 |
E 2.8 |
grondhuisvesting met beluchting onder gedeeltelijk verhoogde roostervloer (perfosysteem) (BWL 2010.21.V1) 11, 23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,110 | 0,34 | 84 |
E 2.9 | grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun | |||
E 2.9.1 |
grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun (BWL 2001.10.V2) 11, 23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,125 | 0,34 | 84 |
E 2.9.2 |
grondhuisvesting met enkele buis onder de beun aan weerszijden van het legnest (BWL 2011.09.V2)11, 23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,150 | 0,34 | 84 |
E 2.9.3 |
grondhuisvesting met mestbeluchting door middel van verticale ventilatiekokers (BWL 2011.10.V1) 11, 23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,150 | 0,34 | 84 |
E 2.10 | chemisch luchtwassysteem 90% ammoniakemissiereductie, 40% geuremissiereductie en 35% fijnstofemissiereductie (BWL 2007.05.V7) 3 | 0,032 | 0,20 | 54 |
E 2.10 | chemisch luchtwassysteem 90% ammoniakemissiereductie, 30% geuremissiereductie en 35% fijnstofemissiereductie (BWL 2008.08.V6,BWL 2013.08.V3) 3 | 0,032 | 0,24 | 54 |
E 2.11 | volièrehuisvesting (voor nageschakelde technieken: zie E 6) | |||
E 2.11.1 |
minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters in minimaal twee etages (BWL 2004.09.V1) 6,10,11 zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,090 | 0,34 | 65 |
E 2.11.2 |
45-55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages |
|||
E2.11.2.1 |
beluchtingscapaciteit minimaal 0,2 m3 per dier per uur (BWL 2004.10.V3) 6,10,11 zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,055 | 0,34 | 65 |
E2.11.2.2 |
beluchtingscapaciteit minimaal 0,5 m3 per dier per uur (BWL 2004.10.V3) 6,10,11 zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,042 | 0,34 | 65 |
E 2.11.3 |
30-35 % van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages (BWL 2005.04.V1) 6,10,11 zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,025 | 0,34 | 65 |
E 2.11.4 |
55-60 % van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. (BWL 2005.05.V1) 6,10,11 zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,037 | 0,34 | 65 |
E 2.12 | scharrelhuisvesting (voor nageschakelde technieken: zie E 6) | |||
E 2.12.1 |
scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden onder de roosters (twee maal per week afdraaien), bezetting 9 dieren per m2 (BWL 2004.11) 6,11,23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,068 | 0,34 | 84 |
E 2.12.2 |
scharrelhuisvesting met frequente mest- en strooiselverwijdering (BWL 2004.12) 6,11,23, Let op zie ook: FAQ overdekte uitloop |
0,106 | 0,34 | 84 |
E 2.13 | biologisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie, 45% geuremissiereductie en 75% fijnstofemissiereductie (BWL 2006.02.V7, BWL 2007.03.V9, BWL 2010.27.V7, BWL 2011.11.V6, BWL 2013.02.V5) 3 | 0,095 | 0,19 | 21 |
E 2.13 | biologisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie, 45% geuremissiereductie en 60% fijnstofemissiereductie (BWL 2009.13.V7, BWL 2010.28.V7, BWL 2015.04.V5) 3 | 0,095 | 0,19 | 33 |
E 2.14 | biofilter 70% ammoniakemissiereductie, 45% geuremissiereductie en 80% fijnstofemissiereductie (BWL 2011.03.V3) 3 | 0,095 | 0,19 | 17 |
E 2.15 | chemisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie, 30% geuremissiereductie en 35% fijnstofemissiereductie (BWL 2005.01.V8, BWL 2008.06.V7, BWL 2014.01.V4) 3 | 0,095 | 0,24 | 54 |
E 2.16 | chemisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie, 30% geuremissiereductie en 70% fijnstofemissiereductie (BWL 2021.03) 3 | 0,095 | 0,24 | 25 |
E 2.100 | overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting | 0,315 | 0,34 | 84 |
E 2.101 | overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting | 0,100 | 0,35d) | 5 |
a) emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens de Regeling ammoniak en veehouderij
b) geuremissiefactor in odour units per seconde per dier volgens de Regeling geurhinder en veehouderij
c) fijnstofemissie (g PM10/dier/jaar) volgens de lijst 'Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij' op rijksoverheid.nl
d) met mestopslag onder de batterij is de factor 0,69
Delen
Maximale emissiewaarde Beh
Besluit emissiearme huisvesting (Beh)
De maximale emissiewaarde van het Beh wijzigt niet nu mini-ouderdieren van vleeskuikens ook kunnen worden gehuisvest in een huisvestingssysteem van diercategorie E 2 legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen (voetnoot 23).
Voor mini-ouderdieren van vleeskuikens gehuisvest in een huisvestingssysteem onder E 2 blijft de maximale emissiewaarde voor ammoniak van het Beh gelden van diercategorie E 4 (groot-)ouderdieren van vleeskuikens.