Overleg met buurgemeenten en provincie
Het vaststellen van een andere waarde of afstand in een verordening kan gevolgen hebben op het grondgebied van buurgemeenten. In artikel 9 Wet geurhinder en veehouderij staat daarom dat de gemeente moet overleggen met de buurgemeente, als het effect van een andere waarde of afstand doorwerkt naar het grondgebied van die naburige gemeente.
De andere waarde of afstand in de verordening kan gevolgen hebben voor de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen in nabijgelegen gemeenten. Het is daarom noodzakelijk dat de gemeente overlegt met de nabijgelegen gemeenten, voordat ze een besluit neemt over een andere waarde of afstand. Dit geldt ook voor buurgemeenten buiten Nederland. Als er in de gemeente veehouderijen liggen waarvoor de provincie het bevoegd gezag is, is ook overleg met de provincie aan te bevelen.
Bijvoorbeeld: de gemeente stelt een relatief hoog beschermingsniveau vast in een gebied, dat grenst aan een andere gemeente. Dat is van invloed op voor veehouderijen direct buiten de gemeentegrens. Omdat de ligging van de geurgevoelige objecten bepalend is voor welke grenswaarden gelden, moeten zulke veehouderijen in de buurtgemeente voldoen aan de strengere normen.