Geurhinder: wat is veel of weinig?

Het is aan de gemeenteraad om het acceptabele geurhinderniveau voor een bepaald gebied te bepalen - niet de rijksoverheid, provincie, onderzoeksbureaus of wetenschappelijke instituten.

Hieronder vindt u informatie, die u als gemeente helpt om te bepalen wat acceptabel is. Wat is veel of weinig geurhinder? Hoeveel geurhinder is nog acceptabel? U leest meer over:

Geurbeleid industriële inrichtingen

NeR

Het geurbeleid voor industriële inrichtingen staat in de digitale Nederlandse Emissierichtlijn lucht (NeR). De NeR geeft als in de meeste gevallen als richtwaarde voor geurhinder 12% gehinderden toegepast, als bovenwaarde 20% gehinderden en 3% als streefwaarde (wat overeenkomt met ‘geen hinder').
De veehouderijsector is niet zonder meer te vergelijken met de industrie. Veehouderijen liggen al sinds jaar en dag verspreid in het landelijk gebied, industriële bedrijven meestal niet.

RIVM-milieukwaliteitscriteria

Het RIVM hanteert voor geurhinder de volgende milieukwaliteitscriteria:

Milieukwaliteit en geurgehinderden (Bron: GGD-richtlijn geurhinder, oktober 2002)

Milieukwaliteit

Geurgehinderden [%]

zeer goed

< 5

goed

5 - 10

redelijk goed

10 - 15

matig

15 - 20

tamelijk slecht

20 - 25

slecht

25 - 30

zeer slecht

30 - 35

extreem slecht

35 - 40

Absoluut aantal gehinderden

Behalve het percentage geurgehinderden, is ook het absolute aantal geurgehinderden belangrijk. Bescherming van de bebouwde kom heeft meer effect op het absolute aantal gehinderden dan bescherming van het buitengebied.

Bijvoorbeeld:
- 25% hinder in een gebied met 10 inwoners betekent dat 2 tot 3 mensen hinder ondervinden
- 25% hinder in een gebied met 1.000 inwoners betekent dat 250 mensen hinder ondervinden

Wettelijke waarde en geurhinder

De wettelijke waarden (artikel 3 Wet geurhinder en veehouderij (Wgv)) en de bandbreedtes (artikel 6 Wgv) voor de geurbelasting en de bijbehorende geurhinderpercentages vindt u hieronder.

Geurhinderpercentages van de wettelijke waarden en de bandbreedtes
binnen bebouwde kom buiten bebouwde kom
concentratiegebied min norm max min norm max
geurbelasting 0,1

3

14

3

14

35

hinder (groter of gelijk) nihil

8%

25%

8%

25%

41%*

niet-concentratiegebied min norm max min norm max
geurbelasting 0,1

2

8

2

8

20

hinder (groter of gelijk) nihil

11%

29%

11%

29%

46%

* berekend door extrapolatie en daardoor minder betrouwbaar dan de overige percentages.

Deze hindercijfers zijn afgeleid van de relatie tussen de geurbelasting van één veehouderij (voorgrondbelasting) en de verwachte geurhinder daarvan. Zijn er veel veehouderijen in een gebied, dan kan de hogere achtergrondbelasting tot een hoger hinderpercentage leiden. De hinder kan dus hoger uitvallen!

Andere geurbronnen

Behalve de dierenverblijven bij veehouderijen, zijn er ook andere geurbronnen in de omgeving. Bijvoorbeeld mestopslag bij veehouderijen, maar ook verkeer, industrie en huishoudens. In de praktijk zal de werkelijke geuremissie in een gebied daarom vaak hoger zijn dan de emissie van alleen de dierenverblijven.