Categorie III onder de voormalige Brochure 1985
Vraag
Wat waren categorie III-objecten onder de voormalige Brochure Veehouderij en Hinderwet 1985?
Antwoord
In de voormalige Brochure stond: Categorie III: In de directe omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen:
een enkele niet-agrarische bebouwing in het buitengebied
Enkele of meerdere niet-agrarische bebouwingen
Uit jurisprudentie bleek dat "een enkele niet-agrarische bebouwing" er meer dan ''één was (VzABRvS d.d. 17 april 1996, nr. F03.96.0026, KG1996/276). De grens tussen ' een enkele niet-agrarische bebouwing" (categorie III) en "meerdere niet-agrarische bebouwingen die het gebied een woonfunctie geven" (categorie II) was niet altijd even makkelijk te bepalen:
- ABRvS d.d. 19 februari 2003, nr. 200204428/1. Binnen een straal van 233 meter van de inrichting lagen zes burgerwoningen. De concentratie van deze woningen was echter niet zo dat deze het gebied een zekere woonfunctie verleende. Dus categorie II.
- ABRvS d.d. 13 januari 1999, nr. E03.98.1356 (Vlagtwedde), waarbij enkele burgerwoningen (op een rijtje) met onderlinge afstanden van 65 tot meer dan 100 meter categorie III waren.
- ABRvS d.d. 7 januari 1999, nr. E03.98.1355/P90, waarbij vier niet agrarische woningen categorie III waren.
- ABRvS d.d. 12 september 2000, nr. 199903150, waarbij een rij van 8 woningen die niet hoorden bij agrarische bedrijven en die op korte afstand van elkaar lagen, niet categorie III maar categorie II waren.
- ABRvS d.d. 24 september 2003, nr. 200302591/1. ‘Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de inrichting is gelegen in een buitengebied, waarin enkele agrarische bedrijven zijn gelegen. Verder liggen in de directe omgeving van de inrichting enkele burgerwoningen. De aanwezigheid van deze verspreid liggende burgerwoningen ontneemt niet het overwegend agrarisch karakter aan de omgeving. Gelet hierop heeft verweerder de omliggende burgerwoningen terecht ingedeeld in categorie III van de brochure’.
- ABRvS d.d. 19 oktober 2005, nr. 200502581/1. In de directe omgeving van de inrichting lagen twee agrarische bedrijven en zes verspreid liggende burgerwoningen. "Naar het oordeel van de Afdeling was er geen sprake van niet- agrarische bebouwing geconcentreerd in lintbebouwing en evenmin van meerdere verspreid liggende niet-agrarische bebouwingen die aan het buitengebied een bepaalde woonfunctie verleenden." Categorie III.
- Een school in het buitengebied (geen onderdeel van een lintbebouwing) (ABRvS d.d. 28 maart 2000, E03.98.1388, JM 2000/86) en een tankstation met een wegrestaurant in het buitengebied, waren categorie III (ABRvS d.d. 20 juni 2000, nr. E03.98.0943 (Maasdriel). Als bijvoorbeeld de school in lintbebouwing had gelegen, had hij een categorie II-bescherming gekregen.
Delen
Vz
Voorzitter
ABRvS
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
JM
Jurisprudentie Milieurecht